De Gitarist North Sea Jazz dagverslagen - Dag 1 - vrijdag 8 juli 2016

Buddy Guy, Identikit, Vintage Trouble, James Huntee, Thundercat

Muzieknieuws 08-07-2016 21:07

North Sea Jazz neemt bij onze redacteuren altijd een speciale plaats in. Andere zomerfestivals leveren natuurlijk ook heel veel goede muziek op, maar North Sea Jazz is voor ons toch dé plek om bijzondere muziek en muzikanten te leren kennen, in de meest uiteenlopende stijlen waarin gitaristen en bassisten meer kunnen en mogen laten zien. Op Gitarist.nl kun je al tijdens het festival onze verslagen lezen.

door Kevin Pasman, Patrick Lamberts, André Dodde - foto's door Dennis Boxem e.a.

Het Amerikaanse Snarky Puppy, onder leiding van bassist en songwriter Michael League, is een van de acts die jazz weer een beetje hip maakt onder jonge muziekliefhebbers. Geen wonder, gezien de aanstekelijke spelvreugde, vloeiende composities en vermakelijke virtuositeit. De grote Maas-zaal (op gewone dagen het Sportpaleis) zat meteen vol! We zijn de tel even kwijt. Snarky Puppy is vandaag twee drummers, bas, twee toetsenisten, percussionist, drie gitaristen (Bob Lanzetti, Chris McQueen, Mark Lettieri) en twee blazers. Da's elf
Het ensemble staat tijdens een tweedelige set eerst ‘alleen’ op het podium en tijdens de tweede helft met het Metropole Orkest, en in beide gevallen klinkt het als een klok. Naast gedegen samenspel krijgen veel van Snarky’s bandleden een solospot toegewezen en daarbij overtuigen vooral toetsenisten Bill Laurance met een fraai pianoarrangement en betoverende akkoordprogressie, en de bezielde en vingervlugge Cory Henry op Hammond B3. Het oogt allemaal zo soepel dat het bijna simpel lijkt. Toch is het muzikale kunnen van de bandleden niet wat Snarky Puppy het meest onderscheidt. Juist omdat bandleider/bassist Michael League ervoor zorgt dat iedereen altijd in dienst van de compositie speelt en het ‘bandgevoel’ en het spelplezier van het podium stralen, bereikt de band een breder publiek.

Michael League
De clinic van Snarky Puppy's Michael League na het concert is eigenlijk meer een vragenuurtje. Dat klinkt niet zo aantrekkelijk misschien, maar de Amerikaan kan zo vermakelijk vertellen dat de tijd omvliegt. Daarnaast heeft hij een frisse kijk op muziek maken. Zijn Fender Precision pakt hij alleen aan het einde erbij om te illustreren hoe hij als bassist de sfeer van de muziek kan bepalen; door het publiek een majeur drieklank te laten zingen, laat hij horen hoeveel kleuren hij met zijn bas aan dat akkoord kan geven. Verder is het interessant om te horen hoe de 'kerkindustrie' van Texas voor zijn inkomsten en muzikale netwerk heeft gezorgd; hij heeft zelfs in een kerk met Roy Hargrove's RH Factor opgetreden. Ook vermakelijk: League noemde zijn band ooit Snarky Puppy in de veronderstelling dat de groep er na het eerste optreden toch mee zou ophouden.


Buddy Guy
De 79-jarige Buddy Guy hoeft zich niet meer te bewijzen, maar dat wil niet zeggen dat hij er met de pet naar gooit. Allerminst. Op uiterst charmante wijze weet hij het publiek om zijn vinger te winden met nieuw en oud werk. En niet alleen met aankondigingen als ‘Ik ga iets zo funky’s spelen dat je het kunt ruiken!’, of door van het podium af te lopen en de eerste rij mee te laten spelen op zijn gitaar. Ook als hij ‘blues van de oude stempel’ wil laten horen, maar zijn gitaar vals is, weet Guy dat met een dosis charme op te lossen: ‘Shit’, komt er droog uit zijn mond, ‘laat me dat nog eens proberen, maar dan goed.’ En dan neemt hij revanche met zijn Strat.
Er giert een bloed(h)eerlijk helder geluid door de Nile en zo maakt de bluesmuzikant het muzikaal ook gewoon weer helemaal waar. De bijna tachtigjarige Guy - eigenlijk net zo’n goede zanger als gitarist - geeft ook de ruimte aan zijn gitaarpartner Ric ‘Jaz’ Hall, die (mede dankzij flink wat talkpoeder op zijn handen) fenomenaal kan soleren en zijn gitaar net zo laat draaien als ZZ Top. Guy geeft ook nog veel jonger talent de kans als hij de zeventienjarige Quinn Sullivan op het podium haalt, die ‘good old’ Voodoo Child van Hendrix uit zijn mouw schudt alsof hij jarenlange podiumervaring heeft. Buddy Guy wordt bijna afgetroefd door de 17-jarige…

Identikit
In de categorie 'bands die buiten de zaal niet te horen zijn' bevindt zich Identikit. Maar hoe beperkt de band in volume is staat haaks op hoe intens de muziek is. De leiding is in handen van twee saxofoons en het sfeervolle, bijna psychedelische gitaarwerk van Marzio Scholten. Zijn solo's lijken af en toe wat slordig getimed, maar zijn daardoor ook zeer onvoorspelbaar en emotioneel. Het gitaargeluid heeft daarnaast slechts een heel klein beetje vervorming en een mooie galm, waardoor de sfeer bijna filmisch wordt. Geen makkelijke muziek, maar de moeite waard om je door mee te laten voeren.

The James Hunter Six
James Hunter bracht zijn laatste album uit op het fameuze Daptone Records en is goede vrienden met Van Morrison. Met een band bestaande uit drums, contrabas, Hammond, tenor- en baritonsax, speelt zanger-gitarist James Hunter authentieke rhythm & blues. James Hunter plugt zijn Gibson Les Paul rechtstreeks in zijn Vox AC30, maar weet desondanks een heel scala aan verschillende geluiden uit zijn gitaar te halen. Ouderwets vakmanschap! Zijn solo’s zijn puntig en priemend en zijn stem is verrassend soepel met een groot bereik. Voorbeelden als Little Willie John of vroege Ike Turner schieten ons te binnen. Het is dat James Hunter in de aankondigingen tussen de nummers met zijn nogal aanwezige Engelse accent de magie verbreekt, maar anders hadden we ons een uur lang in een Amerikaanse nachtclub in begin jaren zestig gewaand.

Vintage Trouble
Zou er zoiets bestaan als hard soul? Een betere term is er namelijk niet voor de combinatie van Ty Taylor's gospel-achtige presentatie en Nallie Colt's onbescheiden Les Paul-geluid. Taylor windt het publiek in no time om zijn vinger en daarmee opent Vintage Trouble het grote Nile-podium met verve. De sound van de band is nostalgisch en tijdloos tegelijk en Colt's Black Crowes-achtige riffs en hartstochtelijke solo's zijn zeer de moeite waard. Richard Danielson's drumwerk is rechttoe-rechtaan, maar heel krachtig. Enig kritiekpuntje is dat het trucje van het nummer opnieuw beginnen als het over lijkt te zijn na een aantal keer wel mooi is geweest, maar zelfs dan is Vintage Trouble een echte aanwinst voor het festivalcircuit.

Rag‘N’Bone Man
Een van de grote verrassingen is Rag‘N’Bone Man, die zelf ook enorm staat te genieten van de ontvangst van zijn rock/soul/popmuziek in de Congo-tent. De uit Brighton afkomstige zanger Rory Graham heeft de strot van Bill Withers, maar in tegenstelling tot Withers bedient deze club relatief jonge welpen, die onlangs de plaat 'Wolves' uitbrachten, zich niet alleen van soul en r&b, maar ook van een scheutje rock. De sound klopt als een bus en daarnaast zijn de liedjes pakkend. Zelfs de melodieën van nog niet uitgebracht materiaal slaat meteen op de heupen en claimen een plek in je langetermijngeheugen. Het zou ons dan ook niets verbazen als Rag‘N’Bone Man een mooie toekomst te wachten staat en zowel omarmd gaat worden als nieuwe radiolieveling, maar ook als een favoriet bij kritische muziekjournalisten.

Thundercat
Basvirtuoos Steve 'Thundercat' Bruner verleende zijn diensten aan hiphopster Kendrick Lamar, queen of neo-soul Erykah Badu en thrashmetalband Suicidal Tendencies. Onder zijn eigen naam (vooruit, artiestennaam) maakt hij vrij abstracte jazzfusion met dromerige melodieën, funky grooves en zeer drukke improvisaties met drummer Justin Brown. Dat klinkt alsof het geheel ieder moment in elkaar kan vallen, maar de nummers blijven wonderwel overeind. Brown is een geweldenaar met zijn krachtige, intuïtieve stijl en Thundercat zelf lijkt soms wel twee bassisten in een. Dat rechtvaardigt dan ook de zes snaren op zijn Ibanez signature hollowbody en zijn arsenaal aan effecten. Vooral octavers lijken in de smaak te vallen bij de Amerikaan.


 Pharrell Williams
Natuurlijk, Pharrell Williams en zijn danseressen trekken alle aandacht bij het slotconcert van de eerste dag, maar de muzikanten die de wereldster begeleiden zijn uitstekend. Brent Paschke heeft duidelijk geluisterd naar de funky slagjes van Prince en mede-Stratman Nile Rodgers, en zodra bas- en synthesizerman Dwayne Moore zijn Warwick Streamer ter hand neemt, staat het volledige geraamte van Ahoy mee te trillen. Het is drummer Darrell Robinson die tijdens het optreden de meeste lof krijgt van Williams en het moet gezegd: hij past uitstekend bij de hiphop en moderne r&b die nog even een dampend dansfeest van de Nile maakt.

zoeken
zoeken