Op zaterdag 1 juni kwam de Nederlandse gitaarwereld bij elkaar in Muziekgebouw Eindhoven voor de tweede editie van de Bridge Guitar Convention, waar workshops, masterclasses en de gitaar- en basbeurs de hoofdingrediënten vormden. Nationale en internationale namen waaronder Jon Gomm, Matteo Mancuso, JB Meijers, Leif de Leeuw, Merel Bechtold, Jesse van Ruller en Barend Courbois deelden met het talrijke publiek hoe hun unieke manier van spelen is ontwikkeld en lieten voorbeelden daarvan horen. Zo kwam een breed scala aan stijlen voorbij, van akoestische fingerstyle tot jazz, fusion en rock. Op de omvangrijke beurs kon je gitaren, bassen, effecten, versterkers en accessoires van meer dan 70 merken uitproberen en aanschaffen; van betaalbaar tot exclusief en boetiek, alles was er te vinden.
Reportage door Co Koenen, Steven Faber, Kevin Pasman, Chris Dekker, Maarten Plukker en Michiel Roelse
Foto's Eric van Nieuwland
Bijna 1000 bezoekers bezochten de Guitar Convention, georganiseerd door Gitarist samen met Guitar Matrix, de collega’s van De Bassist en natuurlijk het team van het Bridge Guitar Festival dat maar liefst 5 dagen lang Eindhoven in de greep van ‘de gitaar’ hield.
Het werd een enerverende dag met voor elk wat wils. De ene gitarist wil vooral gear uitproberen, de ander wil juist graag inspiratie opdoen bij de masterclasses, en je hebt natuurlijk de veelvraten die alles tegelijk willen doen op zo’n dag. Nou dan hadden ze handen, ogen en oren tekort!
Wat ook wel eens onderschat wordt is wat Engelssprekenden zo mooi ‘the hang’ noemen. Het Nederlandse ‘rondhangen’ klinkt dan meteen wat luier. We zagen niet alleen mooie masterclasses en spullen, maar we spraken met importeurs, fabrikanten, vele bekende gitaristen die op Bridge speelden en het allerbelangrijkst: we spraken jou, de lezer. Altijd goed om reacties en tips te krijgen en gewoon om mooie gesprekken over gitaar te hebben.
De stand van distributeur Musifacts
EEN WERVELENDE GITAAR- EN BASBEURS
Drie verdiepingen van Muziekgebouw Eindhoven waren volgepakt met stands van de meest uiteenlopende merken gitaren, versterkers, effecten en meer. Daarbij kon je in gesprek met bouwers en vertegenwoordigers van diverse merken om zo informatie uit de eerste hand te krijgen. De merken die aanwezig waren: Aristides / Bacci / Beetronics / Blackstar / Cordoba / Cort / Crafter / Crazy Tube Circuits / Curt Mangan Strings / Darkglass / Dejawu / Digitech / Dingwall /DMI /Dogal / DSM & Humboldt / Duesenberg /Eko / ESP / Fender Audio / Ferrini Straps / FGN / Fortin / G7th / Guild / GuitarKing Fuzz / Hagstrom / Harmony / Henriks Pickguards / Hercules / Heritage / Ibanez / IK Multimedia / J. Rockett / Janssen Gitaarbouw / Jet / Kala / Kauffmann / KJ Band / Korg / Lâg / Laney / Legator / LTD / Martin / Monster Cable / Neural DSP / Ortega / Peavey / Pedaltrain / Printonic / Radial / Radier / Revv / RH Guitars / Sandberg / Scharpach / Schecter / Schwung / Souldier / Spector / Stagg / Stefy Line / Stradlin / Strymon / Suhr / Temple / Tokai / Tyrone / Ultimusician / Universal Audio / Unquendor / Van Laeck Amps / Vintage / Vox / Walden / Walrus Audio / Warm Audio.
Dank voor jullie inspanningen, inzet en enthousiasme; ongetwijfeld hebben de bezoekers genoten van jullie aanwezigheid.
Check de foto’s van de beurs door deze reportage heen.
Stand van Ortega
DE MASTERCLASSES
Matteo Mancuso was de onbetwiste ster van de dag, met een masterclass in de middaguren (mogelijk gemaakt door Yamaha), en een concert met zijn trio ’s avonds. Maar elke masterclass was het waard om bij te zijn. Voor wie er deze dag niét bij was hebben we de wetenswaardigheden genoteerd in dit uitgebreide verslag!
Healthy & Happy Matteo Mancuso
De kleine zaal was om drie uur ’s middags tot de nok toe gevuld met verwachtingsvol publiek toen Matteo Mancuso aantrad op het podium. Een laptop, Fractal Audio FM9 en Yamaha Revstar waren het enige dat hij nodig had om het publiek ademloos te laten kennismaken met zijn vloeiend virtuoze en smetteloze spel. Behalve dat hij zich moeiteloos in veel verschillende stijlen begeeft, is het meest bijzondere dat hij dat allemaal doet door alleen met zijn vingers te spelen. Hij vertelt dat hij dat als kind heeft overgenomen van zijn vader en dat hij te lui was om opnieuw te beginnen met plectrum toen hij erachter kwam dat de meeste elektrische gitaristen dat gebruiken.
Naast een klassieke techniek, gebruikt hij ook een techniek die hij de bastechniek noemt: een duim op een element rustend en met wijs-, middel- en ringvinger de snaren aanslaand. Om met zijn vingers te kunnen spelen gebruikt hij kunststof nagels, wat nog weleens grappige taferelen opleverde als hij als jonge jongen een beautysalon binnenstapte. De klassieke lessen die hij volgde vond hij wat saai, want terwijl hij naar Yngwie Malmsteen luisterde en zo wilde spelen, moest hij klassieke stukken instuderen. Daarom is hij daar uiteindelijk mee gestopt, maar heeft er wel een heel goede linkerhandtechniek aan overgehouden.
Muziektheorie heeft hij zich eigen gemaakt door eerst songs te spelen die hij interessant vindt en daarna te ontdekken wat er nu eigenlijk in zo'n song gebeurt. En zo is ook zijn eigen manier van songwriting ontstaan waarbij hij graag een eenvoudige melodie combineert met interessante akkoorden. Die akkoorden kwam hij onder andere tegen bij Allan Holdsworth en om die gestrekte grepen te kunnen pakken gebruikt hij ook zijn duim om snaar 1 en 2 in te drukken. "Het ziet er niet stoer uit, maar klinkt wel mooi."
Voordat hij afsluit met Falcon Flight beantwoordt hij de vraag hoe hij omgaat met momenten dat hij geen zin heeft in gitaarspelen. "Als ik dat merk betekent het meestal dat ik te weinig muziek heb geluisterd waardoor ik weer geïnspireerd wordt. Maar het komt ook voor dat ik na een tour even niet wil spelen. Dan komt discipline om de hoek kijken, want als je iets wilt bereiken dan moet je er voor werken. Daarom wil ik twee tot vier uur per dag spelen en dat is al heel wat minder dan toen ik tiener was, want toen speelde ik acht tot tien uur per dag." Maar zijn leven draait niet alleen om gitaarspelen, want voor de nabije toekomst is zijn doel om naast het productiever te worden in het schrijven van songs, vooral healthy & happy te blijven. (Steven Faber)
Met dank aan Yamaha, die deze masterclass mogelijk heeft gemaakt.
In Gitarist 398 kun je een uitgebreid interview met Matteo Mancuso lezen.
Gitaarwijsheden van JB Meijers Waar heb je het over met JB Meijers op een gitaarfestival in een volgepakte zaal om elf uur in de ochtend? Over zijn uitgebreide cv? Over de veelheid aan stijlen in zijn arsenaal? Misschien wel over de ervaring die hij als producer van gitaarbands heeft? Zijn masterclass was dat alles en meer. Hij benadrukt verschillende keren dat zijn liefde voor jazz en punk - schijnbare uitersten, waarbij soul volgens hem in het midden ligt - hebben bijgedragen aan zijn veelzijdigheid en dat die stijlen elkaar versterken. Verder vuurt Meijers moeiteloos en aan de lopende band gitaarwijsheden op het al vroeg in groten getale toegestroomde publiek af. De meest interessante is wat ons betreft dat de studio eigenlijk één groot effectpedaal is. Maar de belangrijkste onderliggende boodschap is misschien nog wel hoe belangrijk het is om gewoon zoveel mogelijk te spelen. Het heeft hem klussen met onder meer The Prodigy en Peter Maffay opgeleverd, dus wellicht lukt het de volgende generatie ook wel gewoon door zichtbaar te zijn. (Kevin Pasman)
De stemmingen van Jon Gomm
Aan het begin van de middag kwam de akoestische virtuoos Jon Gomm naar zaal M. Omdat hij nog niet eerder in Eindhoven heeft opgetreden zou hij vooral veel spelen, gaf hij vooraf aan. En zo begon zijn masterclass met Passionflower, zijn meest gestreamde song op Spotify. Hierin komen al veel van de door hem gebruikte technieken voor, zoals het creëren van drumsounds op gitaar, het verstemmen van snaren tijdens het spelen voor een slide-effect en het tegelijk spelen van een baspartij en begeleiding. Deze technieken zien we ook wel bij andere akoestische gitaristen terug, maar het bijzondere van Jon is dat hij ze als singer-songwriter inzet voor begeleiding van zijn eigen songs. Dit konden we ook horen in Gloria, een countryachtige wals die eindigt met een overstuurde solo.
Tussen de songs door legt Gomm uit dat dat zijn Ibanez signaturegitaar is voorzien van drie pickups om niet alleen de snaren, maar ook de percussie op de klankkast goed weer te geven en vertelt hij dat het combineren van gitaarspel met percussie op de klankkast al zo oud is als de gitaar zelf. Vervolgens laat hij horen hoe hij de klanken benadert van de verschillende onderdelen van een drumstel, zoals bass, snare, toms en hihat, en hoe hij deze gebruikt om een groove op te bouwen met een baslijn en akkoorden. Indrukwekkend! Op een vraag uit de zaal vertelt hij dat hij voor elke song een andere stemming gebruikt. "Als ik een gitaar met standaard stemming bespeel klink ik als iets wat er al is. Ik ken alle akkoorden arpeggio's en toonladders, want ik ben afgestudeerd als jazzgitarist, maar daarmee voel ik me beperkt. Als ik mijn gitaar anders stem, ligt alles open. Ik heb dan die nieuwe stemming, mijn theoretische kennis en mijn creativiteit en dan wordt ik geïnspireerd." (Steven Faber)
De masterclass van Jon Gomm is mede mogelijk gemaakt door Ibanez.
In Gitarist 397 kun je een uitgebreid interview met Jon Gomm lezen.
De stand van Guitarking met onder meer Van Laeck Amps en Kauffmann gitaren
Jordy Sanger’s pelog ladder
Jordy Sanger, gitarist van Nusantara Beat, de Amsterdamse band die succesvol Indonesische popmuziek uit de vorige eeuw combineert met triphop en andere moderne invloeden, had voor zijn masterclass maar liefst vier gitaren en twee versterkers meegenomen, een goedkope Fender Tele, een in Japan gemaakte Fender Jazzmaster uit de jaren negentig, zijn blauwe Gibson SG Melody maker uit 1963 en een fraaie akoestische Gibson J-50 uit 1964. Zijn versterkers zijn een Vox AC30 (‘voor het mooie cleane geluid”) en een kleine Supro (‘Voor het rauwe randje”). Van digitaal moet Jordy niets hebben, “Geef mij maar analoog.” De lichte brom van zijn Vox neemt hij daarbij graag voor lief.
Jordy neemt zijn publiek mee door zijn ontwikkeling als gitarist, aan de hand van drie voorbeelden. De eerste is Jimi Hendrix, van wie Jordy met name leerde met fuzz te spelen. Voor fuzz sounds gebruikt Jordy een replica van een jaren zestig fuzz van JHS, en hij demonstreert hoe hij met behulp van de volumeregelaar van zijn gitaar uit het effectpedaal allerlei verschillende klanken kan halen, van sprankelend (relatief) clean tot zwaar vervormd.
Neil Young is de volgende gitaarheld, en daarvoor komt de Gibson J-50 tevoorschijn. Jordy vertelt hoe hij op akoestisch gitaar begon, en hoe dat hem een goede basis heeft gegeven. Op een akoestische gitaar moet je namelijk zelf je toon vormen, en het instrument geeft precies door wat je erin stopt. Daar heb je weer profijt van als je elektrisch gaat spelen. Daarna demonstreert hij hoe knap Young op akoestisch gitaar akkoorden aan elkaar verbindt, erg vloeiend en muzikaal. Gitaarspelen gaat om de groove, vertelt hij en hij raadt zijn publiek aan Young’s albums Harvest en Live At Massey Hall te luisteren.
Na een Amerikaan en een Canadees, is het nu tijd voor een Brits icoon, George Harrison. Van de stille Beatle leerde Jordy te spelen met een combinatie van plectrum en vingers, het zogenaamde hybrid picking. Aan de hand van de Beatles track Dear Prudence laat Jordy zien hoe Harrison fingerpicking en raga-achtige structuren wist te combineren. Daarna demonstreert hij ook, hoe hij deze techniek ook gebruikt in de muziek van Nusantara Beat. Hybrid picking maakt snel en ritmisch spel mogelijk en is een waardevolle toevoeging aan het repertoire van elke gitarist.
Tenslotte gaat Jordy nog in op een specifieke toonladder die in de West-Javaanse popmuziek die Nusantara Beat speelt veel wordt gebruikt, de pelog ladder (1 2 b3 5 b6). Deze pentatonische toonladder laat zich vanwege de onregelmatige intervallen lastig ‘shredden’, vertelt Jordy. De oplossing vond hij in een snelle lick die Steve Vai speelt op “For The Love Of God.’ De vingerzetting daarvoor bleek met een kleine aanpassing geschikt om de pelog ladder op hoge snelheid te spelen. Zijn missie, vertelt Jordy, is deze toonlader te integreren in zijn gitaarspel, samen met de invloeden van de Engelse en Amerikaanse rock van de jaren zestig en zeventig. (Michiel Roelse)
Een masterclass liveproductie van Merel Bechtold
In Gitarist 398 (mei 2024) vertelde Merel Bechtold dat ze enkele dagen daarvoor de liveproductie van haar band Dear Mother volledig had herzien. Tijdens haar masterclass op Bridge Guitar Festival gaat ze dieper in op hoe die liveproductie precies werkt. Centraal hierin staan de plug-ins van Neural DSP die voor de hele band in de DAW op haar laptop staan. Maar ze laat met net zoveel plezier zien hoe het uiteindelijke geluid uitgestuurd wordt naar haar in-ears en naar de front of house. Bechtold gaat uitgebreid in op de voordelen die deze set-up voor haar als tourend muzikant biedt ten opzichte van buizenversterkers, maar zeker ook ten opzichte van de Kemper die ze voorheen gebruikte - naar eigen zeggen met tegenzin. Vragen van het publiek beantwoordt ze met praktische tips die geïnteresseerde muzikanten desgewenst direct in kunnen zetten. Bechtolds enthousiasme maakt misschien wel de meest technische masterclass van het festival opvallend toegankelijk. (Kevin Pasman)
Op de stand van Printonic
Sönke Meinen thuis in alle genres
Sönke Meinen is een in Hamburg wonende Oost-Fries die excelleert op de nylonsnarige akoestische gitaar en al lof kreeg van Tommy Emmanuel en Steve Lukather. Hij heeft een eigen TrueFire-kanaal, Acoustic Lab, en is thuis in alle genres. Sönke speelt ook staalsnarig, maar op Bridge heeft hij alleen een nylonsnaar bij zich. Om praktische redenen (hij hoeft maar één instrument mee op reis nemen), maar ook, en belangrijker, omdat hij van het geluid van een versterkte nylonsnarige gitaar houdt. Althans, versterkt op zijn manier. De lage snaren worden opgepikt door een piëzo-element en de hoge door een microfoontje. De twee signalen verlaten de gitaar via aparte uitgangen en krijgen een radicaal verschillende klank met behulp van EQ-pedalen op zijn pedalboard, waar zich ook twee reverbpedalen bevinden voor een lange en korte galm. Het versterkte geluid is voor Sönke zelfs zo belangrijk, dat hij de bouwer die momenteel een gitaar voor hem bouwt gezegd heeft dat het nieuwe instrument akoestisch niet goed hoeft te klinken, als hij dat versterkt maar wel doet.
Over schrijven vertelt Sönke dat hij op de piano componeert omdat hij dan verrassendere dingen bedenkt (hij kan niet echt pianospelen). Om dezelfde reden fantaseert hij conversaties bij melodieën om niet aan muziektheorie te hoeven denken. Terwijl hij componeert oefent hij ook techniek. Volgens Sönke kun je beter iets moeilijks oefenen als dat nodig is voor een compositie, dan urenlang saaie toonladders spelen. (Co Koenen)
Jesse van Ruller’s interne gitaar
In gesprek met moderator Jack Pisters vertelde Jesse van Ruller hoe hij opgroeide met de jaren zestig en zeventig pop en rock waar zijn ouders naar luisterden. Omdat hij geïnteresseerd was in solo’s, leek jazz hem een goede keus, en hij begon te luisteren naar jazzrock en fusion, zoals van Pat Metheny en John Scofield. Met name de Nederlandse virtuoos Eef Albers sprak hem aan, omdat die de intensiteit van Jimi Hendrix combineerde met de harmonische diepte van jazz. Zo begon een ontdekkingsreis naar het mysterie van ’wat speelt hij nu precies?’ Op het conservatorium werd hij opgeleid tot jazzgitarist, en dat terwijl zijn muzieksmaak veel breder was dan dat. ‘Stel jezelf voor alles open, combineer wat je mooi vindt met elkaar, en vind je eigen weg,’ is zijn eerste advies aan de zaal.
Gevraagd naar wat hij thuis oefent, heeft Jesse een verrassend antwoord: “Ik heb nooit specifieke oefeningen gedaan; de techniek die ik heb is het gevolg van de muziek die ik heb gespeeld, spelenderwijs dus. Ik ben ook niet geïnteresseerd in meer techniek omdat ik voldoende kan om te spelen wat ik wil spelen. Vergroot je vocabulaire, dan volgt de techniek vanzelf. Thuis werk ik aan het schrijven van muziek, en aan mijn sound.”
In Gitarist 398 hebben we kunnen lezen dat Jesse zichzelf niet als jazzgitarist beschouwt. De muziek die hij nu schrijft heeft veel ruimte voor improvisatie, maar laat zich ook niet zomaar als jazz uitvoeren, en hij zou graag de tijd nemen zijn werk verder te ontwikkelen met een vaste band, zoals dat in popmuziek gebruikelijk is. Wat hem tegenhoudt om dat daadwerkelijk te doen? “Geld. De muzikanten met wie ik wil werken zijn allemaal hartstikke druk, en ik kan het me niet veroorloven om ze bijvoorbeeld een jaar alleen voor mij te laten werken.
Vervolgens gaat het over Pat Metheny, een gigant met wie Jesse het podium heeft gedeeld. Metheny benadrukte, dat je als muzikant zoveel mogelijk mensen moet zien te bereiken. Een les die Jesse goed in de oren geknoopt heeft. “Ik speel niet voor de andere muzikanten, om ze te imponeren. Mijn doel is de luisteraar iets te laten voelen. Daarom ben ik meer bezig met hoe ik speel, dan met wat ik speel. Zaken als dynamiek, timing, frasering en variatie helpen allemaal je verhaal te vertellen. Uiteindelijk moet het voelen alsof je met iemand praat. Ik heb pas een tour gedaan met Peter Bernstein uit New York, en hij kan dat erg goed.
“Natuurlijk zijn akkoorden de basis waarover je speelt. Mijn tip is in je hoofd te leren hoe een toon klinkt voor je hem op de toets indrukt. Die vaardigheid is essentieel om te kunnen improviseren. Je kunt dat oefenen door een melodietje in je hoofd te horen, en dan uit te zoeken hoe je dat op gitaar moet spelen. Blijf dat ontwikkelen; zo ontwikkel je als het ware een interne gitaar in je hoofd.” (Michiel Roelse)
DE WORKSHOPS
In de grote zaal van Muziekgebouw Eindhoven werd het podium gebruikt om drie workshops te doen waaraan tien of vijftien gitaristen konden meedoen.
Shoegaze Soundcapes door Django Trienes
Soundwizard Django Trienes is gitarist van onder meer La Loye, The Visual en Lizet Aviva. Hij laat zich inspireren door onder meer Marc Ribot van Tom Waits, Nels Cline van Wilco en Nick Drake. Hij haalt ook inspiratie – niet gek als je hem eenmaal hoort – uit klassieke componisten als Ravel en Debussy. Samen met Sam Spoorenberg (hij heeft een kat die Kip heet, leerde internet ons net) gaf hij de masterclass Shoegaze Soundscapes. Een interactieve workshop, waarbij zo’n tien gitaristen actief meededen, terwijl het voor de toekijkende gitaristen ook zeer interessant was. Voordat de groep aan het werk ging waren er wat vragen, zoals een over pedaalvolgordes. Django laat horen dat een oversturingspedaal voor een delay of reverb heel anders klinkt dan een drive na deze pedalen.
Op het podium van de grote zaal waren zo’n twintig versterkers neergezet en de vloer was bezaaid met pedalboards en losse pedalen, tesamen ongeveer ter waarde van een klein huis. Django maakt graag spannende en sfeervolle gitaarpartijen en dit keer dus met een gitaarorkest van tien deelnemers. Het resultaat deed denken aan Sonic Youth meets Television. Maar hoe ontstaat zoiets? Django vertelde de deelnemers dat je twee powerakkoorden kan combineren tot een groots akkoord. Een Fm7 en Am7 bijvoorbeeld. Twee gitaristen kunnen deze samen spelen, maar je kan het ook om en om spelen, voor een spannend effect. En het wordt helemaal groots als vijf mensen de A spelen en vijf de F. Maar dat is nog niet alles. Wat als er met verschillende aanslagen en ritmes door elkaar gewerkt wordt? En wat als de pedalenborden in actie komen met reverbs, octavers, drives en veel meer? En wat als je je snaren niet met plectrum en vingers aanslaat maar met een verfkwast? Langzaam maar zeker werd er een enorme sound opgebouwd. De Chinese Muur kan je vanuit de ruimte zien, maar deze sfeervolle gitaarmuur was waarschijnlijk in de ruimte horen en waarschijnlijk was het spacy genoeg voor de gemiddelde gitarist van pakweg Pluto. (Chris Dekker)
Rock Guitar Orchestra door Reinier Scheffer
Wat gebeurt er als je 15 gitaristen zonder enige voorbereiding samen laat spelen? Deze uitdaging werd aangegaan door Reinier Scheffer, touring gitarist van o.a. Bløf. De gitaristen die zich hadden opgegeven bleken een interessante mix van leeftijden en ervaring. Nadat iedereen die wilde spelen van een gitaar en versterkertje was voorzien, begon Reinier aan zijn gearrangeerde jamsessie. Startend met een open G akkoord slaagde de workshopleider erin iedereen tegelijk te laten starten en stoppen, snel en langzaam te spelen en van heel zacht tot heel hard te gaan. Daarna werden de akkoordtonen verdeeld over verschillende groepen, en ontstond langzaam een compositie met een pedaaltoon en verschillende omkeringen van een power chord. Wie wilde mocht soleren en kreeg instructie over de te spelen pentatonische toonladders. Ondanks dat niet iedereen geschikt bleek om samen met anderen te spelen – op vol volume door de uitleg heen pielen, kwam bijvoorbeeld regelmatig voor – ontstond een gezamenlijke compositie met verschillende melodieën, ritmes en akkoorden. (Michiel Roelse)
Modern songwriting met Jeanne Rouwendaal en Leif de Leeuw
Jeanne Rouwendaal van Wies en Leif de Leeuw verzorgen een interactieve workshop songwriting. Tien deelnemers, die allen een gitaar en een combootje tot hun beschikking hebben, leren in het bestek van een uur hoe ze een song kunnen schrijven. Jeanne en Leif vertellen eerst hoe ze zelf componeren. Leif heeft niet één manier, maar hij gaat vaak uit van een hook die uit zijn vingers komt als hij vrij zit te spelen. Hij neemt die altijd op zodat hij hem eventueel ook later voor een song kan gebruiken. Jeanne gaat meer uit van de tekst, die meestal ontstaat als iets haar inspireert of als ze haar ei over iets kwijt wil.
Beiden gebruiken een speciale gitaar voor componeren: Jeanne een honderd jaar oude Duits parlor en Leif een Amerikaanse gitaar uit 1910, allebei voor weinig gekocht. Jeanne benadrukt dat je veel moet schrijven en dat je je daarbij niet geremd moet voelen. Veel zal niet goed zijn, maar schrijven is ook een kwestie van oefenen.
De deelnemers krijgen als eerste opdracht om gedurende tien minuten alles op te schrijven wat in ze opkomt: woorden, frases, ideeën. Je kunt als uitgangspunt iets nemen wat je ziet, vertellen de twee leraren, het zogenaamde ‘object writing’, bijvoorbeeld het bordje ‘nooduitgang’ in de zaal. Vervolgens moeten de beste dingen uit de zo ontstane tekst geselecteerd en uitgewerkt worden tot coupletten en een refrein.
Nu de meesten een tekst hebben is het tijd voor de muziek. De deelnemers krijgen een aantal akkoordprogressies aangereikt om te gebruiken: een I IV V- en I V II IV-schema en een twaalfmatenblues. Men gaat nu, alleen of met z’n tweeën en opnieuw binnen tien minuten, een melodie bij de tekst bedenken op een van deze schema’s. Wie dit te moeilijk vindt mag van Jeanne de melodie en akkoorden ‘lenen’ van het nummer Bandje van Wies. Leif vertelt nog dat een methode van Bob Dylan is om een nieuwe tekst op een bestaand nummer te schrijven en vervolgens daar een nieuwe melodie bij te bedenken.
Tot slot spelen een aantal deelnemers die het durven hun op deze manier tot stand gekomen nummer voor en het moet gezegd: het resultaat is lang niet slecht. (Co Koenen)
Panel Life After Eddy
Met JB Meijers, Merel Bechtold, Jordy Sanger, Barend Courbois en Simone van Straten
Jack Pisters leidt het panel dat de invloed van Eddie van Halen en de ontwikkelingen na zijn overlijden als losse thema's heeft. Dat lijkt misschien een beperkt thema, maar al gauw blijkt dat je er verschillende kanten mee op kunt. Bassist Barend Courbois - een zelfverklaard megafan van Van Halen die zelfs bootlegs van de band verzamelde - blijft nog het dichtst bij het thema, maar de andere panelisten nemen het publiek verschillende richtingen op. Simone van Straten - ooit uitgelachen door haar gitaarleraar toen ze bij haar eerste gitaarles zei dat ze 'Eruption' wilde leren spelen - zoekt het vooral in partijen en compositie, Merel Bechtold in moderne gitaarsounds en hoe die haar in haar arrangementen helpen en Nusantara Beat-gitarist Jordy Sanger in hoe verschillende gitaristen en mede-muzikanten je verschillend beïnvloeden. JB Meijers praat over al deze thema's makkelijk mee en lijkt al de uiteenlopende benaderingen van zijn mede-panelisten erg interessant te vinden. Meerdere deelnemers lijken geïntimideerd door de voorafgaande workshop van Matteo Mancuso, maar ze lijken zich ook te realiseren dat goede ideeën minstens net zo belangrijk zijn als een goede techniek.(Kevin Pasman)
UITREIKING GITARIST POLL AWARDS
Jaarlijks kiezen de lezers van Gitarist wie ze ‘het beste’ van het afgelopen jaar vonden, in diverse categorieën. Op de Convention hebben we de Gitarist Poll Awards uitgereikt aan de volgende winnaars:
Karel Ilsbroukx van Boss/Roland, beste effect: Boss DS 1w Distortion
Peter Kurten van IK Multimedia, beste software: IK Multimedia Amplitube Tonex Capture
Accessoire: Harley Benton Spaceship pedalboards
Remko Drubbel van Fender – beste akoestische gitaar: Fender Player Acoustasonic Jazzmaster, beste gitaarversterker Fender Tone Master Princeton Reverb en beste elektrische gitaar Fender American Vintage II-serie
Leif de Leeuw Blues(rock)gitarist van het jaar
Bert Meulendijk – all time favourite
Mark Bogert –metalgitarist van het jaar
Mark Bogert – gitarist van het jaar
HUBTOWERS
Tot slot mag niet onvermeld blijven dat de beurs verrijkt werd met drie Hubtowers, waar je als bezoek naar hartenlust kon jammen.
BASSISTEN
Voor de bassisten waren er masterclasses van Peter Peskens en Barend Courbois. Lees de reportage op DeBassist.nl!
De Bridge Guitar Convention wordt tot stand gebracht door het Bridge Guitar Festival in samenwerking met Gitarist, De Bassist en Guitar Matrix.