Kennismaking op de Bridge Guitar Convention met Bløf-gitarist Reinier Scheffer

Over zijn workshop Rock Guitar Orchestra en meer

Events 02-06-2024 13:06

Reinier Scheffer tourt met Bløf en was tijdens de Bridge Guitar Convention te zien als workshopleider die met vijftien gitaristen die nooit samen gespeeld hadden, een gearrangeerde jamsessie voor elkaar kreeg. Een interview ter nadere kennismaking.

door Michiel Roelse - foto's Eric van Nieuwland


Workshop Rock Guitar Orchestra
Wat gebeurt er als je 15 gitaristen zonder enige voorbereiding samen laat spelen? Deze uitdaging werd aangegaan door Reinier Scheffer, touring gitarist van o.a. Bløf. De gitaristen die zich hadden opgegeven bleken een interessante mix van leeftijden en ervaring. Nadat iedereen die wilde spelen van een gitaar en versterkertje was voorzien, begon Reinier aan zijn gearrangeerde jamsessie. Startend met een open G akkoord slaagde de workshopleider erin iedereen tegelijk te laten starten en stoppen, snel en langzaam te spelen en van heel zacht tot heel hard te gaan. Daarna werden de akkoordtonen verdeeld over verschillende groepen, en ontstond langzaam een compositie met een pedaaltoon en verschillende omkeringen van een power chord. Wie wilde mocht soleren en kreeg instructie over de te spelen pentatonische toonladders. Ondanks dat niet iedereen geschikt bleek om samen met anderen te spelen – op vol volume door de uitleg heen pielen, kwam bijvoorbeeld regelmatig voor – ontstond een gezamenlijke compositie met verschillende melodieën, ritmes en akkoorden.

Hoe ging de workshop voor jou, Reinier?
“Het was heel leuk om te doen. Ik heb in het verleden wel vaker vergelijkbare workshops gedaan en de energie die erbij vrijkomt - ook bij mij - is geweldig. Niemand weet wat er gaat gebeuren, maar iedereen reageert vanuit zijn eigen niveau en gaat samen spelen.”

Jij speelt al jarenlang bij Bløf. Wat is er nodig om op dat niveau te (blijven) functioneren?
“Ik ben best wel streng voor mezelf, in dat ik altijd wil leveren. Ik bereid me dus altijd heel goed voor. Zowel met de songs als persoonlijk, dat mijn vingers goed in vorm zijn, maar ik zelf ook, mentaal en fysiek, dus goed uitgerust. Dat mijn spullen op orde zijn. En je moet leren met een bepaalde druk om te gaan.
“Ik denk dat de combinatie met Bløf goed werkt omdat ik altijd probeer - en dat zit in mijn persoonlijkheid - iets kloppend te maken. In arrangement en samenspel. Ik speel nu een aantal jaar met ze en ik heb daar langzaam mijn weg in gevonden. Hoe werkt deze band? Hoe werkt het qua persoonlijkheden, zowel op het podium als daarnaast, en hoe spelen zij? Wie is degene die altijd de versieringen tussendoor doet, dus wie moet ik in de gaten houden als ik zelf ook iets tussendoor wil doen? De hele tijd analyseer ik wat mijn plek is.”

Eigenlijk is dat de blik van een producer, die naar het geheel kijkt, niet alleen naar de gitaar.
“Producer, arrangeur… Ik werk al zo sinds ik in het begin van mijn conservatoriumperiode singer-songwriters ging begeleiden. Ik vind het mooi om iets aan te vullen: hoe kan ik door iets toe te voegen een song sterker maken? In een band als Bløf werkt dat hetzelfde. De nummers zijn er, oud of nieuw, en ik probeer mijn rol daarin te vinden. Ik vind het fijn om te weten waar ik in terechtkom. Als ik een song die voor mij nieuw is moet uitzoeken, probeer ik op YouTube zoveel mogelijk versies te vinden. Als ik goed voorbereid ben, kan ik meedoen zonder dat zij het idee hebben dat ik de flow eruit haal.”

Heb je die vaardigheid op het conservatorium ontwikkeld?
“Zeker, want toen ik aan de opleiding begon was ik een typische blues/classic-rockgitarist en een enorme Ritchie Blackmore-fan. Het conservatorium is een soort snelkookpan van invloeden van zowel je medestudenten als de docenten. Het is zo gegroeid dat ik in het tweede jaar al een soort sideman was van singer-songwriters en dat vond ik heel leuk om te doen. Van daaruit heb ik jarenlang met Fabiana Dammers en Yori Swart gewerkt, die allebei de Grote Prijs van Nederland hebben gewonnen in de categorie singer-songwriter. Zo is dat ontstaan.”

Mijn favoriet is dus Ritchie Blackmore, en nummer twee en drie zijn David Gilmour - vanwege zijn sound - en Mark Knopfler vanwege zijn songs en omdat hij zo goed rond zijn zang heen kan spelen.”

Best een gevarieerde groep…
“Met één overeenkomst, de Strat.”

Maar daar speel jij niet op!
“Het is wel mijn eerste gitaarliefde. Sinds kort speel ik veel op Eastman en ik heb een samenwerking met ze. Het is begonnen als vervanging van mijn oude Jazzmaster uit 1966, die ooit helemaal is natgeregend op Zwarte Cross. Ik zocht een vervanger en dan geen nieuwe Jazzmaster want die vind ik niet zo mooi klinken, maar iets wat die rol - opvullende rinkelpartijtjes, mooi met de vibrato-arm - kan overnemen. Toen kwam ik uit op de Romeo LA, een hollowbody/thinlinemodel van Eastman met een soort Bigsby. We hebben net de theatertour van Bløf afgerond en de laatste shows heb ik een aantal songs met de Romeo LA gedaan.”

Moest je voor Bløf je set-up helemaal aanpassen?
“Niet echt. Wat in de vrachtwagen van Bløf meegaat voor mij, is een uitvergrote versie van de spullen die ik normaal gebruik. Standaard is dat een (Analog Man) King of Tone en een Memory Man en soms een boost. Een Jazzmaster-achtige gitaar met mid-gain en een delaytje werkt goed voor de rol die ik vaak speel, om iets mooi af te maken. Voor Bløf vul ik dat aan met distortion- en modulatie-effecten.

“Voor de theatertour heb ik een Benson Monarch versterker gebruikt, erg mooi; klinkt vol en rijp en in het theater is er ruimte voor omdat Paskal (Jakobsen) dan wat minder elektrisch speelt. Voor rockshows heb ik zelf een 18-watt Marshall-achtige amp van Tube Amp Doctor in elkaar gesoldeerd. Die klinkt veel dunner, maar dat werkt juist goed als de hele band los gaat.”

Je hebt zelf ook les gegeven; wat kunnen we van jou leren?
“Wat ik probeer over te brengen, is dat je moet weten wat je doet, en dat betekent theorie leren. Dat heeft mij geholpen flexibel te zijn, als ik een song moet instuderen, of iets in een andere toonsoort moet. Ik kan dat, omdat ik snap hoe het werkt. Voor mij is dat belangrijk en het heeft mij erg geholpen.”

En nu?
“Ik ben heel blij met waar ik nu ben, na 15 jaar als professional. Voor mij mag het gewoon zo doorgaan.”

zoeken
zoeken