Nadat we voor Gitarist 224 (november) de Vintage Thomas Blug V6 hadden getest, kregen we de mogelijkheid om Thomas Blug zelf te vragen naar zijn inbreng bij het ontwerpen van deze gitaar.
"Ik ken Trevor Wilkinson al zo’n twintig jaar. Op een gegeven moment gaf hij me een Wilkinson tremolobrug met speciale brugzadels voor een Stratocaster. Ik vond de tremolo goed, maar ik hield niet zo van die zadels. Zo zijn we daarover serieus in gesprek geraakt. Een paar jaar later wilde hij me betrekken bij een nieuw project met betaalbare gitaren - ik wist niet eens dat het om het merk Vintage ging - maar ik zei dat ik daar niet in geïnteresseerd was. Toen heeft hij een keer voor een optreden mijn ’61 Stratocaster gestolen en daar een andere gitaar voor in de plaats gezet, met een stuk plastic tape over de merknaam. Ik kwam op en moest die gitaar wel gebruiken - fuck! Maar toen ik erop speelde raakte ik onder de indruk, want al was hij niet hetzelfde als mijn eigen gitaar, dit instrument had wel karakter. Dus toen hij aan het eind van het optreden mijn gitaar weer teruggaf, wilde ik weten wat het nou voor gitaar was waar ik op had gespeeld. Trevor zei: ‘Dit is nou mijn betaalbare gitaarlijn.’ Vanaf dat moment hield ik het merk in de gaten en een tijdje later vroeg ik Trevor of hij er niet voor te porren was om een gitaar op mijn manier te maken."
Wat me opviel toen ik de gitaar testte was de dunne hals. Heeft jouw originele Stratocaster dat ook?
"Ja, al is het niet exact gelijk. We moesten tot een compromis komen, om de prijs acceptabel te houden. Daarnaast is mijn Stratocaster al zo vaak opnieuw gefret dat die hals nog dunner is geworden. Daar kan ík wel op spelen, maar andere gitaristen waarschijnlijk niet. Ik wilde alleen wel dezelfde feel. Ik weet dat sommige oude Strats een dikke hals hebben, maar niet die uit ’61. In ’62 werden ze al dikker en het dikst waren ze in ’63, al was dit niet echt consistent, want er werd toen nog veel met de hand gedaan. Wat voor mij belangrijk is, is de combinatie van een vintage toetsradius (7,25 inch - red.) met frets die iets hoger zijn dan oorspronkelijk en een niet te dikke hals."
Ondanks de klassieke toetsradius slaan de noten toch niet dood bij het opdrukken.
"Je kunt een kleine of zelfs een grote terts opdrukken, dat klopt. Dat komt door de hoek die de hals maakt met de body. Door de jaren heen heb ik geleerd hoe ik dat goed moet afstellen."
Waarom is de body van jouw signaturegitaar gemaakt van lindehout (basswood) en niet van het historisch correcte elzenhout?
"Nou, daar heeft Trevor voor gekozen. Het punt is dat het veel te duur is als je elzenhout van de kwaliteit wilt hebben die vroeger werd gebruikt. Waar het mij om gaat is dat de gitaar ademt en klinkt als een klok, dus dat heb ik Trevor uitgelegd. Het maakt mij niet uit hoe het hout heet, als het maar karakter heeft. Ik heb zelf ook lang geëxperimenteerd met mijn tweede gitaar, die ik zelf heb samengesteld uit verschillende onderdelen. Het is echt heel moeilijk om een body te vinden die goed bij een bepaalde hals past. Daarom heb ik dat aan Trevor overgelaten, want hij weet beter hoe hij dat moet bereiken met de beschikbare materialen."
Elektronica
Is de elektronica van jouw V6 net zo opgezet als op je Stratocaster?
"Ja, want mijn concept is altijd geweest om één gitaar te gebruiken en ‘m zo veelzijdig mogelijk te maken. Ik heb live en in de studio zoveel verschillende geluiden nodig dat ik altijd aanliep tegen de beperkingen van de Stratocaster, zoals de brom, het ontstemmen, enz. Met een echte originele Strat kan ik mijn ding niet doen. Het is vast een fantastische gitaar, maar je kunt er alleen liedjes van The Shadows mee spelen. Dat is oké, maar dat is maar een aspect van wat ik wil. Ik kocht mijn eigen Strat in de jaren ’80, toen Eddie Van Halen helemaal in was met zijn duikvluchten. Dat wilde ik ook kunnen doen met mijn gitaar. De twee kritieke zaken zijn dan dat de gitaar goed op stemming blijft en dat je een goede toon hebt van ultraclean tot hi-gain overdrive, zonder iets te verliezen. Een Noiseless element zal bijvoorbeeld vast werken voor sommige gitaristen, maar niet voor mij, omdat de gitaar dan niet meer ademt. De toon wordt stijver en smaller en het is alsof je een plaatje ziet van de realiteit, in plaats van de realiteit zelf. Ik wil het ademende singlecoilgeluid hebben, met het glinsterende hoog. Voor het heftige werk kan ik de Bukka-schakelaar gebruiken. Gebruik ik die clean, dan krijg ik een warmer clean geluid." (Met de Bukka-schakelaar kun je een extra spoel activeren die in de elektronicaruimte onder de slagplaat is geplaatst. Deze spoel werkt alleen in samenwerking met het hals- en brugelement, geeft een iets warmere toon en vermindert de brom die door interferentie bij enkelspoelselementen kan ontstaan. - red.)Wilde je dan niet een humbucker in de brugpositie?
"Nee, de definitie en focus van een enkelspoelselement zijn magisch voor mij. Zelfs als je een enkelspoelselement meer windingen geeft, wat je tegenwoordig veel ziet, is dat fantastisch voor één geluid, maar in het hele spectrum verlies je iets. Het wordt honky. Wat ik te gek vind aan Trev’s elementen, is dat ze gelijkmatig en natuurlijk klinken. Met de Bukka-schakelaar erbij kom ik dan een eind in de richting van een humbucker. Ik krijg dan wel geen hogere output, omdat de extra spoel geen signaal oppikt, maar de klank wordt wel ronder en warmer."Waarom heeft de Bukka-schakelaar alleen invloed op het hals- en brugelement?
"Om praktische redenen heb ik bij mijn eigen Strat het middelste element vervangen door een element met tegengestelde polariteit en windingen. Hierdoor zijn de middenstandjes - twee en vier op de elementschakelaar - zonder brom. Nu ben ik echter beïnvloed door Ritchie Blackmore en gebruik ik net als hij vooral het hals- en brugelement. Dus mijn probleem was om die standen ook stil te krijgen. Omdat deze elementen dezelfde polariteit hebben kan dat met dezelfde dummy-spoel. Ik heb zelf ook geëxperimenteerd met een tweede dummy-spoel voor het middenelement, alleen wordt alles dan zo gecompliceerd dat ik daar niet mee verder ben gegaan. Maar ik heb wel een truc uitgehaald met de vijfstandenschakelaar, waardoor de dummy-spoel automatisch wordt uitgeschakeld zodra het middenelement meedoet.
Wat ik trouwens ook heb veranderd zijn de condensators op de toonregelaars. Op het halselement heb ik een hogere waarde (500nF) dan op het middenelement (220nF). Je zou niet geloven dat je met een 6 kOhm element en een 250 kOhm potmeter het verschil in waarde van de condensator nog hoort als de potmeter helemaal openstaat, maar toch is het zo. Ik gebruik die verschillende waardes om het verschil tussen de elementen wat groter te maken."Hou je er niet van om ook de toon van het brugelement te kunnen regelen?
"Nee, dat is niet nodig als je het juiste element in die positie hebt zitten. Vroeger lette men niet zo op de elementen, ze werden gewoon gewonden en in de gitaar gezet. Als je geluk had vond je een gitaar met een goede combinatie, maar het kon ook zijn dat het brugelement pijn deed aan je oren, zo glasachtig hoog konden ze klinken. Op mijn eigen Strat heb ik zelfs het brug- en halselement verwisseld omdat dat beter klonk. Als je een brugelement hebt dat eerder warm dan agressief klinkt heeft het de meeste twang, maar dat verlies je weer als je het element belast met een toonregelaar. Ik wilde dus die echte twang hebben, maar op een aangename manier. Dat is Trevor goed gelukt. Zijn elementen verschillen ook per positie. Als je zijn halselement in de brugpositie zou plaatsen, zou het veel te scherp klinken. En het brugelement zou in de halspositie veel te wollig zijn."Vintage religie
Hoe heb je ervoor gezorgd dat de gitaar op stemming blijft bij tremologebruik? Ik zag dat je geen staggered stemmechanieken of locking topkam gebruikt en je gebruikt nog wel de snaarneerhouder die nogal eens voor problemen zorgt..."De originele Fender snaarneerhouder is te laag en zorgt ervoor dat de hoge snaren een grote druk op de topkam uitoefenen. Dat geeft de stemmingsproblemen. Daarom heb ik geëxperimenteerd met de hoogte van de snaarneerhouder. Bij mijn eigen Stratocaster heb ik er een ring onder gelegd. Trevor heeft bij mijn signaturegitaar de snaarneerhouder naar achteren verplaatst, wat hetzelfde effect geeft."Gebruik je je Vintage signaturemodel zelf ook?
"Ja, ik ben net op tournee geweest in Duitsland en heb ‘m gebruikt als reservegitaar. Mijn echte Strat bespeel ik al meer dan twintig jaar, dus die ken ik het best. Maar deze gitaar werkt gewoon: hij heeft elementen die niet microfonisch zijn, hij heeft het karakter van een Strat, blijft op stemming en speelt fijn. En ik vind het vooral goed om te zien dat dat mogelijk is met een gitaar van onder de vijfhonderd euro. Dat haalt wel wat van die esoterische onzin over vintage instrumenten onderuit. Weet je, ik heb die kant zelf ook, maar het wordt volledig overschat. Voor mij is het belangrijk om te weten waardóór die oude instrumenten dat magische karakter hebben. Daarom heb ik die oude Strat gekocht in de jaren ’80. Maar ik heb inmiddels zoveel geëxperimenteerd dat ik weet hoe je dat goede geluid krijgt. Ik hoor wel eens mensen praten en dan ga ik er niet eens meer op in, want het lijkt wel een religie geworden. Als ze blij zijn met die religie is dat prima, maar mij gaat het om de toon. Als de toon goed is, ben ik tevreden. Als je daar religie voor nodig hebt, zul je er ook voor moeten betalen."