Het gonsde door de ruimtes van Q-Factory: dit was wel de beste editie van Amsterdam Guitar Heaven ooit, zaterdag 23 november 2024, met een wervelende Gearshow Gitaar & Bas en een heel afwisselend Workshopfestival, met maar liefst twintig gitaristen en bassisten die zichzelf overtroffen.
Aftermovie!
En bekijk de reportage die Ed Struijlaart op Amsterdam Guitar Heaven maakte voor zijn serie Gitaarmannen.
Check elders op Gitarist.nl het uitgebreide verslag met veel foto's van de Gearshow Gitaar & Bas.
Lees hieronder het uitgebreide verslag met veel foto's van het Workshopfestival.
Tekst: Co Koenen, Steven Faber, Kevin Pasman, Michiel Roelse, Erk Willemsen
Foto’s: Eric van Nieuwland, tenzij anders vermeld
Thema van het Workshopfestival dit jaar was ‘Still Got The Blues’. In de workshops werd veel aandacht besteed aan deze interessante invalshoek, of het nou de jazz van Ella Zirina betrof of de metal van Merel Bechtold.
Artistiek leider van Amsterdam Guitar Heaven, Jack Pisters, wijdde de openingsworkhop aan dit thema.Elke gitarist, zo vertelde hij, heeft wel iets met de blues, of je dat nu direct terughoort of niet. Waarom? Omdat blues een vocale kwaliteit heeft die leven geeft aan je spel, bijvoorbeeld door je frasering (vraag en antwoord, verhaal), opdrukken en vibrato. Daarbij is blues een breed begrip. Je kunt het ‘eenvoudig’ houden met alleen de mineur- of majeurpentatonische toonladder (BB King) of geavanceerd met allerlei aanvullende toonladders (Scott Henderson, Eric Johnson). Meer over zijn workshop en al die andere workshops verderop in deze lekkere lange reportage.
De Gearshow Gitaar & Bas
Het was voor de bezoekers de hele dag prettig wisselen tussen workshops volgen en de beurs bezoeken. Maar liefst 28 standhouders toonden meer dan 70 merken op de Gearshow Gitaar & Bas. Bij Aristides kon je zowel traditionele instrumenten uitproberen als koploze en achtsnarige modellen. We zagen elektrische Larry Carlton-modellen en akoestische gitaren van Bromo in de stand van The Music Alliance. Bij Ibanez was er veel interesse voor de nieuwe matzwarte Pat Metheny signaturegitaar. Polara gitaren, Starfire bassen en akoestische modellen waren er in de stand van Guild. Naast Schecter en Vox gitaren had Voerman ook veel accessoires meegenomen. Boetiekgitaren waren er volop; een uniek kans om gitaren en bassen van Dejawu, Zeegers, Schwung, Paul Belgrado, RH Guitars, Unquendor, KJ Band, Brixx, The Bace, Vandermeij en Maruszczyk uit te proberen.
Check het uitgebreide fotoverslag van de Gearshow Gitaar & Bas elders op Gitarist.nl.
'Gitaar in de Studio' met Attie Bauw en Bram van den Brekel
Op de derde verdieping van Q-Factory is het Abbey Road Institute gevestigd. Daar vond een uitgebreide workshop ‘Gitaar in de Studio’ plaats. Producer en engineer Attie Bauw heeft met heel veel muzikanten samengewerkt, van The Nits tot de Simple Minds. Hij heeft zelfs een aantal Grammy-nominaties op zak. Inspelend op het bluesthema laat hij aan het begin van zijn workshop een aantal opnames horen om te demonstreren waar het, volgens hem, bij de blues om gaat: emotie en intentie. We horen o.a. Zeppelins Since I’ve Been Loving You en een alternatieve take van Hendrix’ Voodoo Child - indrukwekkend over Abbey Roads monitorsysteem! De gitarist moet menen wat hij speelt en technische onvolkomenheden als bijgeluiden zijn van ondergeschikt belang, aldus Bauw.
De versterkerkeuze is een belangrijke factor in het gitaargeluid en om dit te laten horen speelt gitarist Bram van den Brekel over een aantal versterkers die in de studioruimte staan opgesteld. We horen o.a. een 1959 tweed Fender Champ en een Danelectro combo uit 1955 (bijgenaamd de Widowmaker omdat hij elektrisch nogal onveilig was), naast een Marshall top en een Fender Princeton. Bijzonder is ook een Vibratone amp, Fenders versie van de Leslie. Het front is eraf gehaald waardoor je goed de trommel kunt zien draaien. Een bijnaam lag voor de hand: de wasmachine.
Bauw legt uit hoe je door meerdere microfoons te gebruiken het geluid van de opname kunt manipuleren. Naast het gebruik van verschillende microfoontypes (bijvoorbeeld een ribbon voor zacht hoog gecombineerd met een goedkope spikey microfoon) werkt hij ook met fase. Door te spelen met de afstand tussen twee identieke microfoons kan hij door het ontstane faseverschil het geluid kleuren.
Tot slot wordt er in de controleruimte naar een opname geluisterd van een aantal door Van den Brekel over verschillende versterkers tegelijk gespeelde licks. Elke amp heeft zijn eigen spoor en door aan de faders te schuiven kunnen veel verschillende gitaargeluiden gecreëerd worden. De deelnemers worden uitgenodigd om zelf ook met de faders te spelen. Een leuke afsluiting van een leerzame workshop. (CK)
Manuel Gardner Fernandes
Een flink aantal bezoekers leek speciaal voor de Unprocessed gitaarvirtuoos gekomen, en elk voorbeeld dat hij speelde werd met gejuich begroet. Manuel Gardner Fernandes is door Ibanez naar Amsterdam Guitar Heaven gehaald. De van oorsprong Duitse gitarist werd bekend met een aantal YouTube video’s die viral gingen, en was als kind groot fan van Metallica voorman en superstrakke metal picker James Hetfield. Aangetrokken door het percussieve karakter van funk en flamenco ontwikkelde hij een unieke manier van metal spelen die sterk leunt op zijn razendsnelle aanslagtechniek, gecombineerd met hybrid picking, flageoletten en slim gebruik van losse snaren. Bij het leren van zo’n percussieve stijl van strummen, is het belangrijk om vanuit je pols te spelen, en spanning in elk deel van je rechterarm te vermijden. Ook vertelde Manuel dat hij eigenlijk nooit oefent, en zijn technieken heeft ontwikkeld door achter de computer gitaarpartijen samen te stellen uit combinaties van losse tonen, akkoorden en flageoletten, en vervolgens die - soms onmogelijke - riffs probeert te spelen. Ook vertelt hij dat hij, samen met Polyphia gitarist Tim Henman, les nam van Tosin Abasi, en van hem zijn aanslagtechniek met de duim (op- en neerslag) leerde.
Maar liever dan over zijn gitaarspel vertelt Gardner Fernandes over zijn band Unprocessed. Die bestaat nu zo’n twaalf jaar, en begon als death core band, met, zo zegt Fernandes, erg shitty demo’s. Na de release van de song Abandoned kreeg de band veel aandacht, en dat leidde tot een endorsement deal met Ibanez. Zijn signature model de MGFM10 is een opvallend instrument, klein, licht, koploos en met op het oog scheef geplaatste frets die de brede, uitgestrekte akkoorden die een onderdeel zijn van Fernandes’ stijl makkelijker te pakken maken.
Gevraagd naar tips, zegt Fernandes dat het erg belangrijk is om jezelf continu op te nemen, om zo te horen (en zien, op het scherm) wat beter kan en moet. (MR)
Yvette Terpstra
Ze is een van de meest smaakvolle leadgitaristen die Nederland rijk is. In de uitgekiende poparrangementen van Froukje moet Yvette Terpstra strategisch haar momenten uitzoeken, maar op Amsterdam Guitar Heaven laat ze na een korte introductie middels een cover van Joe Satriani's Cryin' horen dat ze alles in haar mars heeft om een emotionele, melodisch sterke solo te spelen. Vervolgens geeft ze uitgebreid, enthousiast en duidelijk uitleg over hoe ze haar gitaarpartijen in de nummers van Froukje vormgeeft. Het is namelijk zeker niet altijd zo dat ze bij de studioversie betrokken is, maar ze heeft wel veel invloed op hoe de nummers live gespeeld gaan worden. Ze grijpt hiervoor voorbeelden in drie categorieën aan.
Licht en Donker heeft in de studioversie geen gitaarpartij, maar Terpstra kreeg wel de vrijheid om er een te bedenken. Door effectief met de bestaande akkoorden en de ruimtes tussen de zang om te gaan komt het nummer met haar partij echt tot leven. 17 heeft wel een gitaarpartij, waardoor de keuzes die ze maakt meer gericht zijn op sound en speltechniek. Ten slotte is er de monsterhit Ik Wil Dansen, waarvan de muziek voor een groot deel afkomstig is van bassiste Pieteke Dik en Terpstra zelf. De gitaarsolo waarmee het nummer eindigt is - vooral live - van grote klasse. Op het onlangs verschenen 'Live in Brussel' is te horen hoe Terpstra al deze benaderingen in de praktijk brengt. (KP)
Joost Vergoossen
We kennen Joost Vergoossen onder andere van Kayak, Het Goede Doel en Ilse De Lange. Voor Amsterdam Guitar Heaven bespeelt hij voor het merk Lâg Guitars een aantal akoestische gitaren. Hij opent met een sterk solostuk en vertelt hoe hij zichzelf altijd zag als typische bandgitarist, totdat in de coronaperiode al zijn activiteiten stil kwamen te liggen, en hij besloot dan maar solo akoestisch te gaan spelen. Geïnspireerd door Tommy Emmanuel (‘eigenlijk wilde ik er mee ophouden toen ik hem zag’) kocht hij een duimplectrum en deed, naar eigen zeggen, een jaar lang niets anders dan wisselbassen spelen om daaraan te wennen. Daarna kwamen er akkoorden bij, en weer later een melodie. Als voorbeeld speelt hij een ijzersterk arrangement van het stokoude No Milk Today van Herman’s Hermits. Gevraagd naar zijn werkwijze bij het maken van zo’n arrangement, zegt hij out of the box te denken, dat je niet bang moet zijn om alles aan te passen om het op akoestisch gitaar speelbaar te maken, en daarbij alleen moet uitgaan van wat goed klinkt.
Omdat het thema van de middag blues is, vertelt hij ook uitgebreid over zijn aanpak van bluesschema’s. Daarbij demonstreert hij hoe je in een G blues voor het G akkoord G majeur pentatonisch kan spelen, en voor het C akkoord dan wisselt naar G mineur pentatonisch. Ook laat hij zien en horen hoe je arpeggio’s kunt gebruiken om de akkoorden te volgen, waarbij het zelfs mogelijk is om het bluesschema in je solospel te laten horen zonder begeleiding. Dat vraagt veel oefening, zo zegt Vergoossen, maar het idee is om dat zo intensief te oefenen dat het van zelf gaat. Muziek is namelijk meer dan een oefensessie. (MR)
Dany Lademacher
Intensiteit is ook het woord dat enkele keren valt bij Herman Brood’s Wild Romance en The Radios gitarist Dany Lademacher. Als moderator Jack Pisters hem in de uitpuilende zaal vraagt naar de essentie van zijn spel, zegt Lademacher ‘zoveel mogelijk melodie, emotie en intensiteit. ’Dat melodieuze, zo vertelt de inmiddels 74 jaar oude rocker, leerde hij in de jaren dat hij in Engeland woonde en speelde. Niet van een gitarist, maar van de road manager van The Who, die hem vertelde dat ‘al die duizend noten per seconde niets te betekenen hadden.’
Natuurlijk kwamen er ook mooie verhalen. Hoe Lademacher via drummer Kees Meerman gevraagd werd bij Herman Brood (‘geen goede zanger, wel een geweldige presentatie’) te komen spelen, en na een lange autorit door de zanger/pianist werd aangenomen zonder zijn gitaar uitgepakt te hebben. En hoe ze samen in vier minuten de megahit Saturday Night schreven nadat Brood een tekst verzon op een stukje dat Lademacher altijd speelde om de stemming van zijn oude Les Paul te controleren. Inmiddels speelt Lademacher al weer jaren op een speciaal voor hem gebouwde Zeegers gitaar, een Telecaster model. Gevraagd naar wat de Zeegers zo goed maakt, zegt Dany: ‘Alles, het hout, de pickups, de hardware, de constructie. Hij klinkt akoestisch al geweldig en geeft me alles dat ik zoek in een gitaar.’
En tot slotte: ‘dat ik op deze leeftijd nog volle zalen trek met Wild Romance en verschillende generaties in het publiek zie, is een geschenk.’ (MR)
Chrissie Quast
Gewapend met een Les Paul Studio, een laptop en waarschijnlijk het grootste pedalboard van de middag vertelt Merol en Naomi Sharon gitarist Chrissie Quast over diens aanpak. En die is opmerkelijk! Hen laat namelijk effecten aansturen via een laptop met Ableton Live en MIDI. Dat levert verrassende resultaten op, bijvoorbeeld als ze de reverb bevriest en de toonhoogte daarvan moduleert - en dus een melodie speelt - via het veranderen van de vertragingstijd, allemaal ingetekend in een track in de DAW. Hoe hen tot die bijzondere aanpak kwam, heeft te maken met diens liefde voor het produceren van muziek, synths (‘ik ben een synth nerd’) en DJ-ing.
Gitarist is Chrissie Quast natuurlijk ook (‘ik houd van soul en blues’), maar in de term ‘geluidskunstenaar’ vanuit de zaal kan die zich ook wel vinden: “Modern geproduceerde popproducties laten niet veel ruimte voor conventioneel gitaarwerk en met mijn manier van werken speel ik daarop in.” Risico’s zijn er natuurlijk ook. Als het misgaat, gaat het goed mis. Daarom lopen er tegenwoordig twee laptops mee, die zo gesynchroniseerd zijn dat er bij een afwijking van 3 milliseconden direct een alternatief wordt ingeschakeld. Aan de andere kant geeft het Chrissie vertrouwen dat alles is ingeregeld en geautomatiseerd en dat ze tijdens het spelen niets meer hoeft aan te passen. Dus er is geen downside? Toch wel, spontaan iets doen is eigenlijk geen optie. (MR)
Ed Struijlaart podcast met Chrissie Quast
Aansluitend op de workshop neemt Ed Struijlaart in een live setting een podcast op met Chrissie Quast voor zijn podcastserie Gitaarmannen.
BJ Baartmans
Onder de titel slides, blends & blues Twang begon BJ Baartmans zijn workshop door een Nederlandstalige versie van Nobody Knows You When You're Down And Out uit te voeren. Het liedje, omdat het bijna honderd jaar oud is, zou je kunnen zien als 'klassieke muziek', maar in tegenstelling tot klassieke muziek spelen we de blues niet 'zoals hij door de componist is bedoeld' maar is er altijd ontwikkeling geweest door de komst van de elektrische gitaar, effecten en invloeden van andere stijlen.
Zelf begon BJ te spelen in de tijd van punk en new wave en maakte vooral tegendraadse liedjes. Door Little Feat, Bonnie Raitt en later Robben Ford en Stevie Ray Vaughan kwam hij in contact met de blues. Hij voelde niet zozeer de drang om deze gitaristen na te spelen, maar was wel gegrepen door de sound, die - na de compressors en chorussen van de jaren 80 - heel natuurlijk klonk. Dus wijdde hij zijn tijd in de jaren negentig aan het zoeken naar de ingrediënten van de klank van oude bluesplaten en ging optreden met kleine versterkers, tape echo's en gitaren met flatwound snaren. Hij laat horen aan het publiek hoe je zware flatwounds toch kan opdrukken en laten zingen en hoe de sustain niet in de gitaar maar in je vingers zit (en vooral te maken heeft met een zachte aanslag). Hij sluit af door te vertellen over zijn manier van het gebruiken van bends binnen een akkoord en een introductie in het spelen met slide. Niet dat hij daarna klaar was, maar inmiddels stond Ella Zirina al klaar om zijn plek op het podium over te nemen. (SF)
Ella Zirina
Ella Zirina begint haar workshop door te zeggen dat ze zelf graag bluesgitariste had willen worden en ook fan was van mensen als Elmore James toen ze begon met gitaarspelen, maar dat echt blues spelen haar niet lukte. In plaats daarvan laat ze in haar workshop zien hoe ze de akkoordenschema's van de blues met het harmonische idioom van de jazz combineert. De voorbeelden die ze speelt zijn eigen interpretaties van onder meer Miles Davis' All Blues, Wes Montgomery's Fried Pies en Charlie Parkers Freight Trane. Het speelse gemak waarmee ze deze stukken tijdens haar uitleg speelt kan op veel bewondering van het publiek rekenen, net als de prachtige cleane sound die ze uit haar DG-335 en de ter plekke beschikbaar gestelde versterker tovert.
Zodra ze een van haar eigen solocomposities speelt wordt dat met ingehouden adem aangehoord. Een ander blueselement dat ze graag toepast in haar eigen composities is vraag-en-antwoordspel. Hoewel de bescheiden Letse gitariste over een uitgebreide theoretische kennis beschikt, lijkt ze die basis vooral te gebruiken om intuïtief haar eigen draai te geven aan wat ze geleerd heeft. Haar vorig jaar verschenen sologitaaralbum 'Unraveler' bewijst dat ze het hele spectrum in haar eentje kan vullen. Maar het onlangs verschenen 'Boundless Blue, Sunset Hue' is minstens net zo indrukwekkend. (KP)
ESP School of Metal met Kevin Storm & Laurens Houvast
Kevin Storm maakte vorig jaar voor Gitarist de videoserie ‘ESP School of Metal’. In meerdere afleveringen legde hij met Laurens Houvast en Ferry Hofman een aantal metalstijlen uit, van thrashmetal tot metalcore. In november ging hij ook on the road met het programma en samen met Laurens Houvast sluit hij de tour af tijdens Amsterdam Guitar Heaven in een volgepakte zaal, waar de deur op een gegeven moment dicht moest.
Storm is niet zo van de tabs en muziektheorie en ziet liever hoe iets gespeeld moet worden - vaak veel instructiever volgens hem. Het onderwerp van deze zaterdag is palm-muting, het afdempen van de snaren bij de brug met je speelhand. Al sinds Iron Maiden een veelgebruikte techniek in de metal waar vaak een galopperend ritme mee wordt gespeeld. Meestal gebeurt dit met powerakkoorden van drie snaren, maar bij extreme blackmetal worden ook volledige akkoorden met palm-muting gespeeld. Belangrijk is om tussendoor noten wél te laten klinken, dus even niet te dempen, om bepaalde muzikale effecten te bereiken. Omdat alles heel afgepast is hoef je, anders dan veelal gedacht wordt over metal, niet per se veel distortion te gebruiken. (CK)
Jens Larsen
De studioruimte van het Abbey Road Institute stroomt snel vol voor de workshop van YouTube jazzdocent Jens Larsen. Met een Epiphone thinline, een Fractal FM3 (in dit geval alleen voor reverb) en een Fender Princeton, laat hij horen hoe je blues kan integreren in jazz. Hij begint door te zeggen dat blues niets te maken heeft met een bepaalde toonladder of akkoord, maar dat het een sound is die je op verschillende akkoorden kan toepassen. Als voorbeeld laat hij horen hoe je de over een c-majeurakkoord soleert op een jazzmanier en hoe je dat kan doen terwijl je er een bluessound aan geeft. Je gaat uit van dezelfde noten maar door ze op een bluesmanier te benaderen herkent iedereen het als blues.
Larsens theorie is dat blues zoals dat gespeeld wordt in jazz vooral komt van pianisten en akoestische gitaristen en dat er daarom weinig opgedrukt wordt in jazzgitaar. 'Tot de jaren '80 ging jazzgitaar vooral om het kopiëren van andere instrumenten.' Om jazz te leren spelen ben je meestal eerst een paar jaar bezig om te leren welke noten en toonladders je kan spelen over verschillende akkoorden en om de 'jazztaal' te leren, maar als je dat hebt gehad kan je tijdens het spelen meer denken aan welke sound je op welke plek wilt laten horen en dan kan blues een van die sounds zijn om toe te passen. Als voorbeeld laat hij horen hoe je een pentatonische blueslick combineert met een jazzturnaround. Op vragen uit de zaal hoe je jezelf de jazztaal eigen maakt, geeft hij als advies om vooral solo's van anderen uit te zoeken en je niet teveel af te laten leiden door dingen als youtube, al is dat waar hij zijn geld mee verdient. (SF)
Merel Bechtold
Merel Bechtold bekent eerlijk dat het voor haar moeilijk was om het algehele bluesthema op haar eigen muziek toe te passen. Moderne metal is immers al zo ver van de oorspronkelijke blueswortels van het genre vandaan geëvolueerd dat het er bijna niet meer in te horen is. Daar komt ook bij dat Bechtold zich van alle moderne gitaargemakken voorziet: met een zevensnarige Vandermeij-gitaar met een vrij grote mensuur en waaierfrets in haar handen en een laptop met Neural DSP plug-ins heeft ze misschien wel de meest moderne set-up van de dag. Toch is er één specifiek terrein in haar spel waarin ruimte is voor bluesy expressie en dat is in haar gitaarleads. Volgens eigen zeggen houdt ze van leads met lang doorklinkende noten, waar ze met opdrukken en vibrato een flinke dosis gevoel in legt. Bechtold bepleit overtuigend dat opdrukken de moeilijkste techniek in het gitaarspelen is, omdat er zoveel factoren zijn waar het mis kan gaan: snaarspanning speelt uiteraard een grote rol, maar als je te ver doordrukt klinkt het niet mooi. Bovendien laat ze aan de hand van voordelen zien hoeveel mogelijkheden je hebt met het opdrukken door te variëren met bijvoorbeeld de snelheid en hoelang je doorgaat. Naarmate de onderhoudende workshop vordert komt de gitaarleraar in Bechtold steeds meer naar boven, wat nog eens extra versterkt wordt door de diepgaande technische vragen van het publiek. (KP)
Alexandr Misko
De meest bijzondere gitaar van Amsterdam Guitar Heaven was ongetwijfeld de ‘Frankenstein’ steelstring van fingerstylegitarist Alexandr Misko. Misko verbouwde de gitaar op zo’n manier dat hij complete melodieën kan spelen door alleen aan stemmechanieken te draaien en hefboompjes om te zetten. Op de kop zitten zes banjomechanieken aangevuld met een soort Scruggs pegs en bij de brug zit ook een set hefboompjes om de toonhoogte te veranderen.
Maar de gitaar is ook een compleet drumstel, met verspreid over het bovenblad en de zijkanten een ‘snare’, ‘hihat’, ‘bassdrum’ en percussie. Dit alles wordt versterkt met zeven pickups (magnetische en piëzo) waarvan de signalen via een ethernetkabel naar zijn pedalboard gaan. Dat de basisgitaar van Baton Rouge waaierfrets heeft is eigenlijk nog het meest normale aan dit instrument!
Samen met veel effecten creëert Misko een bombastisch geluid met veel heftig slagwerk, waarbij zijn vingers overal tegelijk lijken te zijn. Je moet het zien om het te geloven. (CK)
Jack Pisters
Gitarist Jack Pisters (o.a. S.C.A.R., Avalon en Anouk) stopte onlangs als studieleider van de popafdeling van het Amsterdams Conservatorium, en bleek als programmeur van de workshops van Amsterdam Guitar Heaven de juiste man om het thema ‘Still Got The Blues’ van de middag toe te lichten.
Elke gitarist, zo vertelde hij, heeft wel iets met de blues, of je dat nu direct terughoort of niet. Waarom? Omdat blues een vocale kwaliteit heeft die leven geeft aan je spel, bijvoorbeeld door je frasering (vraag en antwoord, verhaal), opdrukken en vibrato. Daarbij is blues een breed begrip. Je kunt het ‘eenvoudig’ houden met alleen de mineur- of majeurpentatonische toonladder (BB King) of geavanceerd met allerlei aanvullende toonladders (Scott Henderson, Eric Johnson).
In principe heb je aan één pentatonische toonlader (vijf tonen) voldoende voor het hele bluesschema met zijn drie akkoorden. Aangevuld met hier en daar een blue note (kleine terts en septiem). Wil je harmonisch verder de diepte in - Jack benadrukt dat je spel daar niet beter of slechter van wordt, alleen anders - dan kun je per akkoord een andere pentatonische toonladder kiezen. Bijvoorbeeld in een blues in G, een majeurpentatonische toonladder vanaf de grondtoon van elk akkoord (G, C, D). En hij demonstreert hoe Hendrix dat deed, en daarbij ook tweeklanken uit de toonladders in zijn akkoordenspel verwerkte.
Clapton speelde blues over andere akkoordenschema’s dan het bekende twaalfmatenschema en mengde mineur (donker) en majeur (licht) pentatoniek.
In elke majeur toonsoort zitten drie pentatonische toonladders verstopt, die je vervolgens kunt gebruiken voor elk akkoord uit die toonsoort. Daarna demonstreert Jack hoe je door slim gebruik te maken van de pentatonische toonladders die je kent op vrijwel elk akkoordenschema - hoe ongebruikelijk ook - je weg kunt vinden. De conclusie: één toonladder, veel kleuren. (MR)
Heaven Blues Revue
Met het Amsterdam Guitar Heaven-thema van dit jaar, Still Got The Blues, was het natuurlijk logisch de dag met een bluesconcert te eindigen. We nodigden daartoe John F. Klaver en zijn trio uit om met vier gastgitaristen een speciaal programma samen te stellen. De Heaven Blues Revue pakte bijzonder goed uit en het was een verademing om weer eens de ene na de andere briljante gitaarsolo op een podium te kunnen horen, of dat nou de 15-jarige Melle Vogel was, de doorgewinterde Erwin Java of de toppers Bram van den Brekel en Sonny Ray. Chapeau ook voor de duelletjes die John F. Klaver met allen aanging. Het was de kers op de taart, dit concert. (EW)
Check ook het uitgebreide fotoverslag van de Gearshow Gitaar & Bas elders op Gitarist.nl.
Dank aan alle bezoekers en medewerkers, aan alle gitaristen en bassisten die workshops deden, en aan de standhouders die hun hele hebben en houden meenamen naar de Gearshow!
Amsterdam Guitar Heaven 2024, met de Gearshow Gitaar & Bas en het Workshopfestival is een project van magazines Gitarist, De Bassist en Musicmaker, samen met Guitar Matrix (Jack Pisters, artistieke leiding), Gitaarschool Nederland, Abbey Road Institute en Q-Factory Amsterdam.