Tweede soloalbum voor Maurice Rugebregt

Uitdagend tussen jazz en Braziliaans op 'NEXT'

Muzieknieuws 09-10-2014 15:19

Op zondag 9 november 2014 presenteert Maurice Rugebregt zijn album 'NEXT' in Grounds in Rotterdam. Hij wordt op dit tweede soloproject begeleid door bekende musici uit de pop- en latinscene: Mark Stoop (drums), Paddy van Rijswijk (basgitaar), Ronald Kool (Fender Rhodes), Udo Demandt (percussie) en Lilian Vieira (zang). Gitarist vroeg hem naar zijn werkproces, gitaren en inspiratie.

Als je op zijn website leest wat Maurice Rugebregt doet en heeft gedaan, zal het je niet verbazen dat 'NEXT' – het tweede album onder zijn naam – heel veelzijdig is en laveert tussen jazz en latin, stijlen waarin hij ook lesgeeft aan de conservatoria van Rotterdam en Amsterdam. Rugebregts spel is verzorgd, melodieus en krachtig, maar hij heeft ook de gave om de eigen composities niet alleen te gebruiken als basis voor zijn eigen gitaarspel, maar echt tot hun recht te laten komen. En dus horen we hem op Samba Pra Ela alleen in de begeleidende rol, terwijl Lilian Vieira (Zuco 103) en toetsenist Ronald Kool de hoofdrollen krijgen. De ritmesectie bestaat verder uit bassist Paddy van Rijswijk en drummer Mark Stoop, die er door hun spelplezier voor zorgen dat het album steeds fris blijft klinken. 'NEXT' is daarmee een heel aangenaam album dat niet alleen gitaristen zal aanspreken.

Je gitaar lijkt me een oud instrument met een later geïnstalleerd element, maar ik kan het fout hebben. In ieder geval zie je Guild niet vaak bij jazzgitaristen, dus leuk om te weten waarom je daarvoor kiest.

“Inderdaad, goed gezien. Ik heb mijn Guild X-50 uit 1964 gekocht bij Sam Ash in New York in 1993, dus ik heb deze gitaar al 21 jaar! De vorige eigenaar had er een humbucker op gezet. Het originele element was een single coil. Deze Guild is mijn lievelingsgitaar en is echt een verlengde van mijzelf geworden. Hij klinkt mooi warm, maar ook helder. Guild gitaren vind ik sowieso over 't algemeen akoestischer klinken dan Gibson jazzgitaren. In Nederland spelen collega-jazzgitaristen Marzio Scholten, Eelco van de Meeberg en Jesse Buitenhuis ook op een Guild.”

Kun je ons verder door je instrumentarium leiden? Wat gebruik je veel, wat weinig en waarvan hebben we misschien geen idee (ben je een metalgitarist in het geheim, wellicht…)?

“Haha, metal is totaal mijn ding niet, dus daar kan ik kort over zijn! Naast de Guild X-50 heb ik nog een andere Guild gitaar: een thinline Guild T-100-D uit 1966 met één cutaway. Dan heb ik nog drie nylonsnarige gitaren die ik regelmatig gebruik: een DiGiorgio Tarrega gitaar (met ovaal klankgat) uit Brazilië, een Alhambra 9C-ele met Fishman element en een Crafter nylonsnarige gitaar die verrassend goed klinkt voor de prijs die ik ervoor heb betaald. Al deze gitaren heb ik gebruikt op mijn nieuwe cd.”

Afgezien van het componeren, heb je lang aan je album gewerkt of was het een snelle klus?

“Ik heb drie dagen opgenomen met de band, verspreid over oktober en november 2013. Dat vond ik eigenlijk wel prettig, om niet drie dagen achter elkaar op te nemen. Je kan dan tussendoor weer even opladen en afstand nemen. Ik heb zelfs tussen de tweede en de derde studiodag nog een compositie geschreven die als track 11 op de cd is gekomen. Verder hebben we een dag uitgetrokken in december 2013 voor het inspelen van percussie door Udo Demandt, en nog twee dagen luistersessies om de juiste tracks uit te kiezen. Ik heb van januari tot maart aan crowdfunding gedaan via Voordekunst.nl. Daarmee haalde ik voldoende geld binnen om de cd te kunnen voltooien. Onze geweldige technicus Lex Amrein heeft de opnames in tien dagen gemixt. De opnames zijn vervolgens in de Wisseloord Studios in Hilversum gemastered door Sander van der Heide. Het artwork is verzorgd door Studio Aga Rietdijk en VDH Media in Hilversum heeft de cd's geperst en de boekjes gedrukt.”

Hoe ben je te werk gegaan? Hoe heb je je eerdere studio-ervaring hierin meegenomen?

“Ik wilde mijn jazz- en Braziliaans georiënteerde composities opnemen met een pop-ritmesectie. Ik wilde vooral mijzelf uitdagen en dat is zeker gelukt. Ik ben heel blij dat ik via mijn producer/gitarist Patrick Drabe aan deze fantastische ritmesectie ben gekomen. Mark Stoop (Candy Dulfer, Trijntje Oosterhuis) op drums en Paddy van Rijswijk (Berget Lewis, Candy Dulfer) op basgitaar. Zelf heb ik toetsenist Ronald Kool (Anouk), percussionist Udo Demandt (Metropole Orkest, LuzAzul) en zangeres Lilian Vieira (Zuco 103) aangedragen.”

Je speelt jazz en latin. Waar ligt je hart het meest, bij de improvisatie van jazz, of het ritmische karakter van latin?

“Eigenlijk bij beide! Ik kan niet kiezen... :) Als ik een tijdje jazzoptredens heb gedaan mis ik het spelen van Braziliaanse muziek en ook andersom.”

Vind je dat we Braziliaans en latin op een hoop mogen gooien voor gitaar?

“Zeker niet. Braziliaans is een specifieke stijl, maar ook veelomvattend. Daar ben ik wel bewust van geworden toen ik in 2006 als hoofdvakdocent Braziliaans gitaar begon op de wereldmuziekafdeling van Codarts in Rotterdam. Sinds een aantal jaren geef ik dat samen met Kees Gelderblom. Kees is klassiek opgeleid en behandelt met onze studenten klassieke gitaartechnieken, gecombineerd met o.a. samba, choro en baiao, toegepast op de nylonsnarige gitaar. Ik ben gespecialiseerd in MPB en Braziliaanse jazz, waarbij ook improviseren met Braziliaanse ritmiek aan de orde komt, zowel op akoestische als elektrische gitaar. Zo bieden wij als docententeam meerdere facetten van Braziliaans gitaar.

"Latin is meer een benaming voor Zuid-Amerikaanse stijlen, waarbij naast de gitaar ook bijvoorbeeld de snaarinstrumenten cuatro uit Venezuela en Puerto Rico, de guitarrón uit Mexico en Argentinië en de tres uit Cuba worden gebruikt.”

Ik kan me zo voorstellen wie je helden zijn, maar het is leuker als je ons dat zelf uitlegt...

“Ik ben als eerste beïnvloed door Wes Montgomery, omdat mijn vader tijdens mijn tienerjaren thuis platen van hem draaide. Later vond ik het spel van George Benson helemaal te gek. Wat een soul heeft hij in zijn spel. zelfs als hij snel speelt! Tijdens mijn conservatoriumstudie waren Joe Pass, Jim Hall en John Scofield mijn gitaarhelden. Tegenwoordig ben ik helemaal gecharmeerd van het spel van Peter Bernstein en Ricardo Silveira, beiden heel melodische spelers! Ik voel me zeer vereerd dat zij lovend hebben geschreven over de muziek van ‘NEXT’. Die teksten zijn ook te lezen in het cd-boekje.”

Talent, techniek, originaliteit, toekomstverwachtingen; wat zijn de belangrijkste vraagstukken die voor jou als gitaardocent spelen als je kijkt naar de omgang met je studenten?

“Wat ik aan de hogerejaarsstudenten op het conservatorium meegeef is dat ze moeten gaan voor hun eigen muziek. Elke gitarist heeft zijn eigen, specifieke kenmerken in zijn of haar spel. Wees jezelf. En zorg ervoor dat de techniek in dienst blijft van de muziek. Melodische zeggingskracht gaat bij mij vóór virtuositeit. Aan de lagerejaarsstudenten hamer ik op de basistechnieken, ritmes et cetera, die ze zich eigen moeten maken, omdat dat een goede uitgangspositie is om uiteindelijk je eigen muziek te kunnen maken.” 

Meer info over de releaseparty op zondagmiddag 9 november: klik hier. 

zoeken
zoeken