Reportages vanaf North Sea Jazz 2023

Lekker veel gitaar op de 46e editie van dit altijd overrompelende festival

Muzieknieuws 10-07-2023 07:07

Een week na Keti Koti is daar North Sea Jazz, met als centraal thema Sounds of Diversity, a Shared Musical Heritage: tal van concerten gedurende drie festivaldagen die in het teken staan van de erfenis van slavenhandel en de koloniale tijd. De grand opening van het festival met The Diaspora Suite, waarin gitaristen Rafael Devanté Sinay en Peter Tiehuis een belangrijke rol speelden, gaf meteen aan dat dit thema een prachtige, ontroerende keus was. Naast dit thema waren er natuurlijk tal van 'gewone' concerten, waarvan we hier met ons team verslag doen.

door Kevin Pasman
foto's Eric van Nieuwland en Klaas Jan Stol

The Diaspora Suite: een tekstgericht initiatief, met veel ruimte voor muzikaal vuurwerk

De eerste helft van The Diaspora Suite is misschien wel het beste half uur muziek dat we op de vrijdag van North Sea Jazz hoorden. Deze suite, samengesteld door Mike Bindraban, artistic director van het Mondriaan Jazz Festival, vertelt het verhaal van het koloniale verleden van Nederland aan de hand van liederen en gedichten die met het thema te maken hebben. Dat klinkt als een heel tekstgericht initiatief, maar er is juist ook veel ruimte voor muzikaal vuurwerk. Drummer Yoràn Vroon legt samen met bassisten Jason Eduwaiti en Adinda Meertins enkele genadeloze grooves neer waar verschillende muzikanten overheen mochten soleren. De creatieve sounds van Vroon voegen veel diepgang aan de ritmes toe. Rafael Devanté Sinay tovert een felle, geïnspireerde gitaarsolo uit zijn SG en het Metropole Orkest geeft de gospel-, jazz-, soul- en Afro-Caribische nummers een arrangement dat doet denken aan Motown op zijn meest geëngageerd. De tweede helft van de set is ook boeiend, maar voelt meer als een verzameling losse nummers die met het thema te maken hebben dan als een echte muzikale suite.

Josh (rechts) en Sam Teskey: de Teskey Brothers (foto Eric van Nieuwland)

Sam en Josh Teskey bij Teskey Brothers
Wie heeft een oude Stax-plaat opgezet in de Maas-zaal? Nee, dat zijn The Teskey Brothers. De twee Australische broers – Sam op gitaar, Josh op gitaar en zang – weten de sound van Otis Redding verrassend goed neer te zetten, maar wel op een manier die fris en eigentijds klinkt. Na het vertrek van de ritmesectie eind vorig jaar bestaat de band echt alleen uit de gebroeders Teskey, maar de muzikanten die ze om zich heen verzameld hebben zijn de perfecte begeleiders. Josh zijn stem is het geheime wapen van The Teskey Brothers en hij krijgt bijna meer ruimte om te soleren dan de Stratocaster van Sam. Normaal gesproken zou een set als deze wat meer uptempo nummers nodig hebben, maar omdat de smekende soul zo oprecht en overtuigend wordt uitgevoerd, is dat geen bezwaar. Een sterke cover van Ray Charles’ Drown In My Own Tears maakt de set helemaal af.

Jarmo Lopulissa bij IR Sais
IR Sais is een enthousiaste zanger, producer en gezellige prater uit Bonaire. Zijn dankbaarheid om op North Sea Jazz te staan in het kader van de 'Sounds of Diversity' vertaalt zich naar een set waarin de relaxte Caribische muziek verrassend energiek gebracht wordt. Voor een deel is dit te danken aan zijn uitstekende begeleidingsband, waarin vooral gitarist Jarmo Lopulissa en drummer Joshua Regales opvallen. Regales heeft de nodige gospelchops met bijbehorende snoeiharde, felle klappen op de snare, terwijl Lopulissa behendig reggae-achtige slagjes afwisselt met zwoele soulleads die qua sound ergens tussen Ernie Isley en Prince in hangen. Met nog net iets meer variatie in de set zou IR Sais wel eens een grote festivalact kunnen worden.

Buddy Guy (foto Klaas Jan Stol)

Buddy Guy
Eind deze maand wordt Buddy Guy 87 jaar jong. En op die leeftijd hoeft de blueslegende niemand meer wat te bewijzen. Met die houding staat hij ook op het podium. Dat kun je negatief opvatten, maar hoe Buddy Guy deze avond op het podium staat heeft iets ontwapenends en ongelooflijk spontaans. Hij lijkt vooraf besloten te hebben dat hij vandaag alleen noten zingt en speelt als hij vindt dat ze ertoe doen. Dat is spaarzaam, maar iedere noot snijdt overal doorheen en klopt precies. Zijn stem – misschien nog wel een groter wapen dan zijn gitaarspel – heeft de tand des tijds beter doorstaan dan die van veel collega’s. Het is waarschijnlijk de laatste keer dat Buddy Guy in Nederland te zien is; hij is bezig aan zijn afscheidstournee. En toch straalt hij een plezier uit dat hem misschien nog wel een keer terugbrengt.

 

Dag 2, de zaterdag 

A Salute To Jim Hall
Met Kurt Rosenwinkel, Maarten van der Grinten en Ella Zirina
Hoe eer je een echte jazzigtaargrootheid als Jim Hall? Je kunt niet zomaar een gitarist laten spelen? Nee, zeker niet. Daarom zijn er voor A Salute to Jim Hall drie topgitaristen opgetrommeld en nog van verschillende generaties ook. Die weten allemaal hun eigen draai te geven aan nummers die Jim Hall ook speelde. Kurt Rosenwinkel benadert Halls warme, kalme stijl misschien nog wel het meest, al doet hij opvallend genoeg wel op een Les Paul. Maarten van der Grinten soleert iets feller en geeft een heel licht fusionrandje aan de partijen. De vanuit Nederland opererende Letse gitariste Ella Zirina – met een verse Edison-nominatie op zak – heeft dan weer een heel mooie melodische benadering die haar solospots de nodige glans geven zonder dat ze daarmee direct het geheel overheerst. Erg knap beheerst gespeeld. Maar net als de albums van Jim Hall gaat het zelden alleen om de gitaar. Joey Baron speelde in het verleden met Hall en is dus de perfecte keuze als drummer, terwijl de altsaxofoon van Tineke Postma bijna net zoveel melodieën draagt als de gitaren.

Gepassioneerde gitaarsolo’s van Maya Delilah (foto Eric van Nieuwland)

Maya Delilah
Door haar warme stemgeluid, haar ingetogen liedjes en haar contract bij Blue Note is het verleidelijk om Maya Delilah met iemand als Norah Jones te vergelijken. Maar laten we eerlijk zijn: Norah Jones speelde nooit zulke gepassioneerde gitaarsolo’s die Delilah ook nog eens volledig uit de losse pols lijkt te toveren. En toch zijn ze melodisch sterk opgebouwd, met veel interessant geplaatste slides omlaag, iets wat Delilah zelf overigens in een binnenkort in Gitarist te verschijnen interview aan de invloed van Derek Trucks toeschrijft. Maar het is niet alleen haar leadgitaarwerk waarmee Maya Delilah indruk maakt. Haar akkoordenwerk is buitengewoon avontuurlijk en haar songstructuren zijn erg verrassend. Je zult haar bijvoorbeeld niet betrappen op een te vaak herhaald refrein aan het einde van een nummer. Waarschijnlijk zijn delen van de set ook voor haar verrassend, want ze speelt veel nieuw werk, waaronder een nummer dat nog geen week oud is. Als we niet nog veel meer van deze getalenteerde dame gaan horen, is er echt iets mis met de muziekindustrie.

Jimmy James bij True Loves
Een groot voordeel van de kleine buitenpodia op North Sea Jazz is dat je soms in de doorloop aangenaam verrast wordt door wat daar te horen is en blijft hangen. En dat kon ook niet anders met True Loves. Door hun combinatie van speelse funkriffs en bombastische blazers klinkt de band uit Seattle als de wederopstanding van The Meters. De pocketgrooves van drummer David McGraw en het gitaarwerk van Jimmy James zijn onmiskenbaar schatplichtig aan de funklegendes uit New Orleans. Toch is de band meer dan een flauwe kopie. Het energieke spel geeft True Loves een eigentijds geluid en James kan het niet nalaten om af en toe zijn innerlijke Hendrix de vrije loop te laten, met waanzinnige solo’s tot gevolg. Deze band verdient het om snel op een groter podium te spelen.

Jazzy inslag in het leadgitaarwerk van Pablo van de Poel (foto Klaas Jan Stol)

Pablo van de Poel bij DeWolff & Dawn Brothers present Double Cream
Voor een geweldig soulfeestje moet je op de zaterdag van North Sea Jazz gek genoeg niet bij de vele Amerikaanse artiesten op de bill zijn, maar gewoon bij “onze eigen” DeWolff en Dawn Brothers. Vorig jaar brachten de bands een samenwerkingsproject uit onder de naam ‘Double Cream’, waarop verrassend overtuigend de soulsound van Sam Cooke en Al Green naar het nu vertaald wordt. Daarin helpt het zeker dat de stem van Bas van Holt sterke overeenkomsten vertoont met die van Sam Cooke. Pablo van de Poel beperkt zich voornamelijk tot gitaarspelen – met een opvallend jazzy inslag in het leadgitaarwerk – en het erg enthousiast vervullen van de MC-rol. Drummers Rafael Schwiddessen en Luka van de Poel nemen om en om plaats achter de drumkit en vervullen de rest van de tijd respectievelijk als slaggitarist en percussionist. De set zit vol catchy, dansbare soulnummers en misschien juist daarom valt het donkere, bluesy You Gotta Find Another Fool positief op. Het nummer werkt nog effectiever naar een vette climax toe dan op het album.

Scott McKeon bij Tom Jones
Tom Jones had kunnen kiezen voor de makkelijke weg: gewoon op de automatische piloot zijn grootste hits spelen en het publiek luidkeels laten meezingen. Toch lijkt het voor de inmiddels 83-jarige zanger uit Wales heel belangrijk dat hij er ook zelf plezier uit haalt. Dus speelt hij grote hits als It’s Not Unusual, Sex Bomb en Delilah in een heel ander arrangement dan waarmee ze bekend zijn geworden en vult hij de set aan met werk van zijn laatste album ‘Surrounded by Time’. Vooral de openingssalvo van I’m Growing Old en Not Dark Yet maakt diepe indruk, maar een hyperontoegankelijk nummer als Talking Reality Television Blues geeft de indruk dat Jones niet alleen uit is op makkelijk scoren. Zijn stem is nog steeds erg krachtig. Hij weet precies waar zijn krachten en gebreken liggen en bouwt de uitvoeringen daaromheen. Verder heeft Jones een uitstekende band om zich heen, waarbij vooral het soms verrassend agressieve Stratwerk van gitarist Scott McKeon positief opvalt. Drummer en musical director Gary Wallis – met wie Jones al meer dan dertig jaar samenwerkt – zet samen met bassist Dave Bronze een aantal monsterlijke grooves neer. Aan het einde spreekt Jones de wens uit nog vaak over de hele wereld te touren. Met dit spelplezier en deze artistieke dwarsheid is het hem van harte gegund.

Dag 3, de zondag

Joost Kroon en Yoràn Vroom bij Sven Hammond Big Band 
Als je Sven Hammond vraagt om een eerbetoon aan Ray Charles te brengen, komt daar natuurlijk meer uit dan alleen een bloemlezing van zijn grootste hits. Er staan véél muzikanten op het podium en die moeten natuurlijk allemaal wel even kunnen laten horen wat ze in huis hebben. Dus start de bigband met een aantal behoorlijk jazzy instrumentale nummers van de soulpionier. Charles’ bluesachtergrond komt ook uitgebreid aan bod. Tussen de vele muzikanten om Sven Figee heen vinden we ook niet de minste. Naast veel blazers vertrouwde namen als gitarist Tim Eijmaal, bassist Glenn Gaddum Jr., drummers Yoràn Vroon en Joost Kroon – het moest blijkbaar rijmen vandaag – en Tessa Boomkamp, die percussie en gitaar afwisselt. Als speciale gast duikt Pablo van de Poel op met twee bluesy gitaarsolo's. Het is een leuk soul- en jazzfeestje en de perfecte aftrap van een middag jazzfestival.


Hij speelde vijf concerten tijdens North Sea Jazz:Rafael Devanté Sinay (hier op de foto tijdens zijn optreden met Gino Cochise - foto Eric van Nieuwland)

Rafael Devanté Sinay bij New Mollucan Guitars
Van de vijf (!) optredens die Rafael Devanté Sinay dit jaar op North Sea Jazz doet is de vierde misschien wel de show waarin het beste te horen hoe goed en veelzijdig hij als gitarist is. Het is een duo-optreden met veteraan Maurice Rugebregt, die nota bene Sinays leraar is geweest. Onder de titel New Moluccan Guitars spelen ze nieuwe interpretaties van Molukse en Indonesische traditionals en werk van Rugebregt, waarbij hij de akoestische gitaar en Sinay zijn Gibson ES-347 bespeelt. De liefde voor Zuid-Amerikaanse muziek die ze delen is nooit ver weg. Hoewel het de samenwerking is die het concert zo mooi maakt, is het Sinay die de show steelt. Het is werkelijk verbluffend hoe vloeiend en moeiteloos hij van kalme melodieën via imitaties van traditionele instrumenten naar blues en samba gaat. En dat alles zonder de virtuoos uit te hangen. Als Rugebregts dochter Merel het podium op komt om Movie te zingen, vervullen beide heren met plezier een wat meer dienende, ondersteunende rol. Na dit optreden weten we het écht zeker: Rafael Devanté Sinay is een fenomeen.


Mat Dauzat bij Seal
Seal klinkt vandaag ietwat vermoeid en hij zit tussen de nummers door af en toe wel erg op zijn preekstoel, maar hij heeft een steengoede band mee, namelijk de huidige tourline-up van The Buggles. Trevor Horn krijgt zelfs een aparte vermelding als musical director op de tourposter, wat toch niet veel MD’s gegeven is. Maar de echte glansrol is voor gitarist Mat Dauzat. Vooral in de hogere regionen van het klankspectrum krijgt hij uitgebreid de ruimte en die ruimte vult hij indrukwekkend in. Soms is dat maar met een handvol noten en een cleane sound die zowel het felle hoog van een Strat als opvallend veel body heeft. De solo’s suggereren invloeden van Hendrix en Prince, al kan hij natuurlijk niet te veel afwijken van de nummers zoals die op de eerste twee Seal-albums staan. Drummer Earl Harvin beweegt zeer gemakkelijk met de variatie in stijlen mee.

Rafael Devanté Sinay bij Latany Alberto
Voor de beste neo-soul van het hele festival moet je dit jaar bij Latanya Alberto zijn. De Amsterdamse zangeres en songwriter beschikt niet alleen over een goede meeslepende stem en sterke soulliedjes, maar ook over een waanzinnige band. Alberto’s sympathieke uitstraling en goed doordachte presentatie doet de rest. In haar begeleidingsband vinden we onder meer Rafael Devanté Sinay op zijn vijfde en laatste optreden van North Sea Jazz. Dit keer horen we veel gebroken akkoorden en zwoele leadgitaarpartijen, waaronder een verrassend lange solo in het midden van de set. Maar hij is lang niet de enige fantastische muzikant op het podium. Bassist Emmanuel Amonoo-Neizer lijkt vette neo-soulgrooves te ademen, maar hij richt zich net zo gemakkelijk op mooie melodieuze lijnen. Jeremiah Owusu-Ansah is een buitengewoon dynamische drummer en met de percussie van Stefan Kartoredjo worden de mogelijkheden nog groter. Geen neo-soulproductie is compleet zonder toetsenist die precies weet waar de muziek gekleurd moet worden en dat is Samuel Frank. De liedjes van Alberto hebben diepgang en een verhaal, maar ze zijn tegelijkertijd heel dansbaar, zodat boodschap en muziek elkaar versterken. Een zeer indrukwekkend optreden.

Ella Zirina speelde al het Tribute to Jim Hall op vrijdag, maar deze zondag is ze ook te horen bij Yuri Honing (foto Klaas Jan Stol)

Ella Zirina bij Yuri Honing’s Peace Orchestra
Het Peace Orchestra draagt dan wel de naam van de tenorsaxofonist, maar de hele band neemt regelmatig een stap terug – vaak ook letterlijk – om de andere muzikanten de nodige aandacht te geven. Vooral bassist Tony Overwater krijgt uitgebreid de ruimte. Hij speelt veel donkere, dreigende partijen op zijn contrabas die je misschien eerder zou verwachten op een basgitaar – die hij later in de set ter hand neemt. Waar Yoràn Vroon vrijdag bij de Diaspora Suite nog vooral de vele verschillende grooves verankerd moest houden, laat hij zich in de Peace Orchestra horen als een meesterlijke improvisator die uitstekend op de rest van de band reageert. In die band is ook de jonge Letse gitariste Ella Zirina te horen. Haar solo vroeg in de set heeft bijna een filmisch karakter in hoe ze een thema introduceert en daar later steeds meer kleur en karakter aan toevoegt. Maar ook als ze een cyclus van twee of drie lange noten moet herhalen, doet ze dat met het besef dat ze allemaal moeten tellen. De harp van Remy van Kesteren lijkt af en toe wel op een klassieke gitaar.

Matt Stevens bij Esperanza Spalding
Esperanza Spalding is dit jaar artist in residence op North Sea Jazz en doet in die hoedanigheid verschillende soorten sets. De Off-Brand Godds-set lijkt het meeste op een regulier solo-optreden van Spalding, maar het optreden is allesbehalve regulier. Spalding experimenteert al enige jaren met dans in haar sets, maar de bijdragen van Antonio Brown Dance zijn bij dit optreden erg prominent. De solospots van de dansers met een van de instrumentalisten flirten wel heel erg met de grens naar te pretentieus, maar er is gelukkig genoeg sterke muziek te horen. Spalding neemt zelf pas opvallend laat de bas ter hand; toetsenist en saxofonist Morgan Guerin bespeelt die het eerste deel van de set. Die heeft een veel smerigere sound dan Spalding, wat bij die nummers goed werkt. De muzikale ruggengraat van het optreden is echter gitarist Matthew Stevens. In het eerste deel van de set hebben zijn partijen een bijna indierock-achtig karakter, maar hij schakelt moeiteloos over naar abstracte fusion of dansbare funk. 

 

 

zoeken
zoeken