Ritmesectieclinic Michel van Schie en Hans Eijkenaar

Gelouterd bas-drumtandem geeft kijkje in de keuken tijdens Muzikantendag in Leiden

Muzieknieuws 01-06-2015 19:06

Op de Muzikantendag on Tour in Leiden, organiseerden Slagwerkkrant, De Bassist, Gitarist en Musikmaker wederom een ritmesectieclinic. Als er twee mensen bewezen hebben dat ze perfect samen spelen, dan zijn het bassist Michel van Schie en drummer Hans Eijkenaar. Van Anouk, via VanVelzen tot The Voice en de Kids-versie: dit tandem heeft iedere Nederlander tientallen zo niet honderden keren voorbij horen komen.

tekst Chris Dekker, foto's Richard Tas

“Het zou kunnen dat je een plaat in huis hebt, waar ik op speel”, zegt Van Schie zowel bescheiden als met een knipoog tegen een bezoeker in het splinternieuwe Gebr. De Nobel in Leiden. Onder bassisten is hij een icoon, maar voor het grote publiek niet direct wat de Engelsen een ‘household’ name” noemen en hij is juist blij met zijn rol op de achtergrond. Hun track record zegt echter meer dan genoeg. Hans Eijkenaar en Michel van Schie namen samen zo”n tweehonderd albums op, Michel tekende daarnaast solo voor zo”n vijfhonderd stuks en Eijkenaar is de vierhonderd inmiddels gepasseerd. “Vergeleken met Michel ben ik dus een nieuwkomer”, grapt hij een minuut voordat wij hem mogen aankondigen voor een zaal leergierige drummers en bassisten.
Net als bij Triggerfinger vorige maand staat het stijlvolle Sonor drumstel compleet gemiket op het podium en de lichtblauwe Mayones Van Schie Signature komt via een Radial DI tot leven. De heren trappen af met een variatie op een nummer van Anouk, een van die vele artiesten met wie ze veel speelden. Hans legt een dikke en loeistrakke fundatie neer, terwijl Van Schie tekeergaat boven zijn brugelement met korte licks, akkoorden en flageoletten.

vs

Bas-drumpatroontje
Na drie minuten geweld komt Hans met misschien wel het belangrijkste advies van de dag:
“We zijn gevraagd om drie kwartier over bas en drums te praten en dat is waarschijnlijk langer dan wij er ooit samen over hebben gepraat.”
Michel: “We spelen een keer of honderd samen per jaar en als we twee keer echt over een partij praten is het veel.”
“Meestal gaat het om een bas-drumpatroontje”, vult Hans aan. “Dan wil je de bas en de bassdrum natuurlijk wel gelijk hebben.”
Michel begint te lachen. “We luisteren echt naar elkaar en juist daarom gaat het wel eens fout. Ik herinner me dat we een dancenummer voor The Voice Of Holland moesten spelen. Hans deed twee kicks snel achter elkaar, terwijl ik er een pauze tussen hield. De tweede keer besloot ik Hans te volgen, maar ik wist niet dat hij op het zelfde idee was gekomen. Ik speelde nu dus de twee korte noten terwijl hij nu de pauze aanhield!”

Andersom
Net als bij Triggerfinger komen de heren ook al snel op de groove uit.
“Grooven kan je niet alleen met een drumstel. Michel heeft een meedogenloze timing en hij neemt drummers altijd op sleeptouw en ik leer dan ook altijd meer van hem en andere bassisten dan van drummers. De groove is een abstractie, een suggestie. Het is niet het een of het ander, maar hoe we samenwerken.” Na een korte denkpauze vervolgt de drummer zijn verhaal: “Ik denk dat we het beter voor kunnen doen.”
Terwijl Hans zijn drum zeer strak houdt, met ‘kicks in vieren’, zoals hij het zelf omschrijft, speelt Michel om de beat heen en meteen ontstaat er een heerlijk vrij en swingend geheel. Het komt los en het gaat leven.
“Het kan ook andersom,” roept Michel na een applaus en Hans heeft maar een knik nodig om aan de slag te gaan. Terwijl Michel strakke achtsten uit zijn Mayones pompt, is het nu Hans die er vrij en druk omheen speelt.

Girl
“Vroeger speelde ik heel druk en... .nu nog ,haha!”, meldt de drummer.
“Ook ik was druk”, vindt Michel en er is weer alleen maar een hoofdknik nodig om samen loos te gaan in een megadruk stuk met Pastorius-achtige baslijnen.
“Alles dichtspelen, heet dit”, vertelt Hans. Er is geen ruimte meer voor gitaar of toetsen en eigenlijk is er ook helemaal geen groove. Ik kreeg pas laat door dat simpel veel lekkerder is en dat het dan veel eerder gaat grooven. Of dat een kwestie is van ouder worden? Nee, van leren.”
Michel: “Wat drukker spelen is overigens geen ramp, maar meestal is het of de een of de ander die druk speelt en dat gaat meestal vanzelf en zeker zonder dat we dat afspreken. Bij Anouk spraken we ook nooit iets af. We gingen gewoon aan de gang. Dat is veel leuker en beter dan een baspartij spelen die iemand op papier heeft gezet. Meestal kwam Anouk met een simpel demootje en gingen wij daar als band mee aan de slag. Zo was het nummer Girl bijvoorbeeld heel jazzy.”
De bassist speelt en zingt het nummer in de originele versie voor.
“Een kutnummer”, roept hij lachend. “We zaten er mee te knoeien en opeens herinnerde ik me de baslijn van London Calling van The Clash. Ik besloot in die stijl te spelen en opeens gebeurde er wat. Ik kwam er trouwens later achter dat de baslijn in London Calling juist melodieus is en dat het de gitaren waren die hakten - maar wat maakt het uit?”
Hans vervolgt: “Queens Of The Stone Age waren net hot en ik besloot op die manier te drummen. Het nummer werd zo een soort shuffle, maar ook weer net niet. Het is heel simpel, met veel suggestie en toch hoor ik het vaak slecht nagespeeld worden door coverbands.”
Michel: “Echt iedereen kan de noten spelen, dat is makkelijk, maar het is de manier waarop. De simpelheid, de suggestie en dat alles vooraan in de beat zit. Dit moet superstrak.”
Hans: “De gitaarlick is trouwens ook schaamteloos van Queens Of The Stone Age gejat, haha!”

he

Brushes
De heren besluiten verder te gaan op de manieren hoe je een nummer kunt benaderen. Ook hier vallen beide heren automatisch in een rol waarbij ze elkaar goed aanvullen.
Michel: “Bij een singer-songwriter speel ik graag op mijn voorste element. Lekker dof.”
Hans neemt zijn brushes ter hand en terwijl hij het nummer drijft, speelt Michel lange, simpele noten. En ook hier draaien de heren de rollen net zo makkelijk weer om. Terwijl Michel een slaggitaar-achtige partij bast, vult Hans hem dienend aan.
Michel: “Eigenlijk laten we hier weer hetzelfde zien als net. De een speelt simpel en de ander drukker of andersom. Wat we bij welk nummer doen, weten we nooit van te voren, maar we voelen het beide aan. We hoeven een partij ook zelden terug te horen want we weten op moment zelf al of het klopt of niet. Wat vooral belangrijk is, is dat je naar elkaar luistert. Ik let nauwelijks op wat ik zelf speel, maar ik ben altijd met de drums bezig. Daarom is live spelen en opnemen ook zo fijn. Ik zie en voel het aan als Hans een bepaalde fill gaat doen en ik ga direct mee.”
Hans: “We voelen elkaar eng aan, haha! Fills mogen best een klein beetje vertragen. Dat geeft een bepaald gevoel.”
Hans: “Dat aanvoelen komt ook bij The Voice en The Voice Kids van pas. We krijgen vaak van die vage aanwijzingen bij nummers: ‘Het begin mag simpel zijn, maar aan het eind mag het wel een beetje ‘Marco’ worden.’ We komen daar altijd uit.”

Lui
Strakheid en timing zijn altijd terugkerende onderwerpen bij ritmesecties.
Michel: “Je kan op veel manieren bas spelen en ieder tijdperk en genre heeft zo zijn eigen manier. Van korte noten, naar lange noten, tot een doorgaande synthbas in sommige moderne popnummers. Dan heb je nog wat ik de ‘Engelse stijl’ noem. Met een vinger aanslaan geeft al een ander gevoel dan met twee vingers en als je net te laat naar een volgende noot slide, dan geeft het zo’n lekker sloppy gevoel.”
Hij laat wat voorbeelden horen, waarna Hans vervolgt:
“Ik kan niet lui spelen. Als een producer dat van me vraagt, stem ik mijn snare gewoon lager. Hoe lager, hoe luier het klinkt. Bassdrum en snare worden dan meer één. Als je een snare hoger stemt, staat de beat steeds even stil in plaats van dat het doorgaat.”
Hans stemt zijn snare een stuk lager en inderdaad roept dit direct de suggestie van een luiere stijl op.
“Je moet wel opletten. ‘Lui’ is net als een groove relatief. Als zowel de drummer als de zanger lui is, dan is alles lui en is het dus weer strak.”
Michel: “Als je D’Angelo  live hoort, dan is zijn band superstrak, maar om de plaat een beetje een oude soulfeel te geven hebben ze achteraf veel geknipt en geplakt. De snare is naar achter gezet en naar verluid was bassist Pino Palladino niet blij met het feit dat zijn hele partij wat naar achter geschoven was.”
Hans reageert lachend: “Ik oefen al dertig jaar om op tijd te spelen en volgens de huidige mode moet die snare opeens veel later!”

Clicktrack
Natuurlijk komt de clicktrack ter sprake.
Michel: “Girl van Anouk of Billy Jean van Michael Jackson zijn echte clicksongs. Die moeten retestrak. Maar met een click moet je ook kunnen spelen. Hans vertelde net al dat een fill best wat mag vertragen, dan kom je iets te laat uit, maar dat herstelt zich de acht maten erna wel weer. Dan gaat het leven. Tegenwoordig wordt alles rechtgezet met software als Beat Detective, maar zo klinkt alles hetzelfde. Iedereen houdt van de feel van Led Zeppelin en toen was er echt nog geen clicktrack.”
Hans: “Ik sprak ooit met Steve Lukather van Toto en hij vertelde dat de eerste plaat van Toto zonder click is en het werk met Boz Scaggs ook. Daar hoor je Toto natuurlijk strak zijn en dat is anders. En trouwens: wie maakt uit dat een nummer dat op 124 bpm begint ook zo eindigt? Luister eens naar Highway To Hell. Het refrein is stukken sneller dan de coupletten en dat maakt het nummer.”
Michel: “Toch spelen we voor 80% met een clicktrack en dat heeft diverse redenen. Live loopt er vaak veel mee aan samples en extra partijen, lichtcomputers zijn aangesloten op een tijdcode, zodat er qua licht precies het juiste op het juiste moment gebeurt. Denk je trouwens echt dat dj’s muziek draaien? Alles staat vast en is via een tijdcode met licht en vuurwerk verbonden. Ze hebben waarschijnlijk alleen hun ondergoed in hun platenkoffertje.”
Hans: “Ik zie een clicktrack als een zeer strakke percussionist die niet luistert. Ik hoor het, ik werk ermee en verder interesseert het me niet. We spelen er omheen en soms moet het als er bijvoorbeeld een loop van iets is.”
Michel: “Soms geeft het een bepaalde vrijheid. De drums worden op maandag opgenomen en de bas dinsdag of gewoon thuis. Het kan allemaal. Maar als wij kunnen kiezen, dan spelen we het liefst met het Rotterdamse clubje met Leendert Haaksma en Martijn van Agt samen. Dan voelen we elkaar echt aan, dan gebeurt er iets en dat is echt muziek maken.”

zoeken
zoeken