Prachteditie Crossing Border

Veel hoogtepunten, enkele uitglijders

Muzieknieuws 01-12-2008 22:47

Het Crossing Border festival 2008 werd gehouden van 18 t/m 22 november, in het Toneelkwartier in de binnenstad van Den Haag. Gitarist was aanwezig op de donderdag, vrijdag en zaterdag, de avonden waarop de eigenzinnige muziekprogrammering glorieus domineerde.

Er was dit jaar uitzonderlijk veel moois te beleven, van Kathleen Edwards’ innemende en bloedstollend mooie akoestische solo-optreden tot het psychedelische geweld van The Uglysuit met twee Telecasters, een Strat en een bak effecten. En dat na elkaar in dezelfde intieme setting van de Cuatro-tent, slechts onderbroken door een voordracht van dichteres Hagar Peeters. Crossing Border in een notendop.

Singer-songwriter Cass McCombs stond er donderdag een beetje knullig bij in de Paradijs-zaal, maar kwam steviger uit de hoek dan op plaat. McCombs liet zijn Les Paul Special flink scheuren en zat met een flinke twang in zijn geluid soms tegen surf aan. Hoogtepunt van de avond was Alela Diane, die met haar loepzuivere stem en prachtige folkliedjes als The Cookoo en The Rifle de grote zaal stil wist te krijgen. De Amerikaanse werd onder andere begeleid op gitaar door haar vader, die liet horen waar Alela’s muzikale genen vandaan komen.

Later op de avond ging de Paradijs-zaal terug naar de jaren ’20 met de Carolina Chocolate Drops. De traditionele muziek van deze afro-Amerikaanse stringband werd zo enthousiast gebracht dat het publiek zich even in een schuur uit het chitlin’ circuit waande. Afsluiter Death Cab For Cutie, een indierockband die werd vernoemd naar een nummer van de Bonzo Dog Doo-Dah Band uit de Beatles-film ‘Magical Mystery Tour’, kwam ondanks de enthousiaste podiumpresentatie van gitarist Chris Walla live niet echt uit de verf.

Een voorzien hoogtepunt was het Amerikaanse folkgezelschap Fleet Foxes, in het gebouw van het Nationaal Toneel. Door een blunderende security konden wij de populaire band echter alleen horen - loepzuiver en zeer getrouw aan hun debuut-cd - want ondanks dat in de loop van het optreden zeker 80 mensen de zaal verlieten, werd er niemand meer binnengelaten. Een raar soort machtspelletje van enkele rigide leeghoofden bij de deur zorgde dus voor een aanzienlijke smet op de verder uiterst geslaagde vrijdagavond…

In de prachtige Koninklijke Schouwburg - zowel qua entourage als akoestiek - zagen we het wankele evenwicht van een optreden op een dergelijke plek. The Swell Season en Willard Grant Conspiracy excelleerden op statige, grootse wijze met hun semi-akoestische georkestreerde folkpop. The Swell Season is de band rondom het duo Glen Hansard (zanger/gitarist van het Ierse The Frames) en de Tsjechische Markéta Irglová (piano/zang), bekend van de muziekfilm ‘Once’, die zowel ontroerden als muzikaal indruk maakten, met Rob Bochnik (o.a. The Frames) op elektrische gitaar.

Aan de andere kant zagen we in dezelfde zaal het behoorlijk potsierlijk geworden Tindersticks (inclusief irritante maniertjes van zanger/gitarist Stuart Staples), ondanks de prachtige hollowbody Guild gitaren en enkele oudere nummers als She’s Gone, en ex-Suede-zanger Brett Anderson. Zijn op cd best aardige liedjes bleken te klein en gewoon niet goed genoeg voor deze plek en zoveel pathos. Ook Isobel Campbell & Mark Lanegan vielen door de mand in de schouwburg, met een buitengewoon saai optreden.

In de kleinere zalen viel er volop te genieten van exponenten van de huidige, kwalitatief hoogstaande ‘indiefolk’-golf. Canadees Chad VanGaalen bracht recent het intrigerende ‘Soft Airplane’ uit en overtuigde ondanks de felle lampen en het krakkemikkige kleine podium in de Paul Steenbergen Foyer. Met een sjofele begeleidingsband (leden van Women), foeilelijke Traveler Guitar en een ongebruikelijke techniek slaagde hij er toch in zowel doordringend intiem uit de hoek te komen als te rocken. Dit deed ook Shearwater, maar dan met een veel uitgebreider instrumentarium - soms met twee bassen - en puik episch songmateriaal.

The Cave Singers hielden het juist doeltreffend simpel, met een (semi-)akoestische gitaar, Moog baspedaal, drums en indringende stem. Hooguit waren hun nummers iets te lang. Bij The Black Keys was het afgeladen vol, maar door de technische problemen en ongedefinieerde, veel te harde gitaarsound hielden we het na een kwartier voor gezien. Er was op deze topeditie van Crossing Border namelijk altijd wel een goed alternatief voorhanden, in dit geval Broken Records, Kathleen Edwards en de Amsterdamse Pedro Delgados.

We noteerden verder: fenomeen Seasick Steve bewijst zich als uitstekende bluesgitarist op drie snaren, maar zijn ietwat clichématige songmateriaal en stem maken zijn optreden niet altijd even afwisselend en boeiend. De authentieke blanke soulman Eli ‘Paperboy’ Reed en zijn band The True Loves swingen meeslepend en Reed blijkt bovendien een begenadigd ritmegitarist. Maar het is ook een iets té perfecte pastiche en Eli’s stemcapriolen gaan af en toe gevaarlijk richting R&B-achtig gekwinkeleer.

Singer-songwriter Pete Molinari hield het zeer smaakvol, met een jazzy stemtimbre, akoestische Epiphone en een toffe Fender Model 26 kofferversterker. Een indrukwekkend en zelfs hypnotiserend optreden was dat van een van de grootste alternatieve heldinnen van eind jaren ’80/begin jaren ’90: Kristin Hersh. Ze las voor uit haar dagboeken uit de begintijd van haar indierockband Throwing Muses, begeleidde zichzelf daarbij zachtjes tokkelend op een semi-akoestische hollowbody en barste nu en dan uit in een van haar kenmerkende intense songs. Groots én intiem, zoals gezegd: Crossing Border in een notendop.
zoeken
zoeken