Interview Tom Morello over zijn nieuwe album

De sonische samenzwering op The Atlas Underground

Muzieknieuws 11-10-2018 21:10

Tom Morello is de legendarische gitarist die enerzijds met bands als Rage Against The Machine, Audioslave en Prophets Of Rage grootse groovende gitaarriffs in de spotlights zet, en anderzijds akoestische solo-optredens verzorgt als The Nightwatchman. Elektronische dancemuziek deed hij nog niet. Maar nu is er zijn nieuwe soloalbum 'The Atlas Underground', een project waarvoor hij samenwerkte met EDM-acts als Bassnectar, Knife Party en Steve Aoki.

Een longread interview, boordevol video en audio, inclusief het nieuwe album!

Gitarist is hij nog steeds, en wat voor een! En met gastoptredens van Gary Clark Jr. en Marcus Mumford van Mumford And Sons is er op 'The Atlas Underground' zelfs ruimte voor extra gitaarwerk, maar Tom Morello slaat op het album vol gastrollen ook een onverwachts zijpad in, want electronic dance music (EDM) slaat de klok! Hoog tijd voor een gesprek.

tekst Patrick Lamberts


The Atlas Underground is op 12-10-2018 uitgebracht via Mom + Pop Music. Luister hier, terwijl je leest :-) 

‘The Atlas Underground’ zou volgens een uitspraak van jou 'the Hendrix of now' moeten zijn. Wat bedoel je daar precies mee?
“Ik bedoel daar drie dingen mee. Ten eerste is het album vooruitstrevend qua gitaarspel. Daarnaast waren Hendrix’ nummers geschikt voor de radio. We kennen hem immers niet alleen vanwege zijn flamboyante kleding en de gitaren die hij in brand stak; zijn ongelooflijke gitaarspel werd door miljoenen gehoord, omdat het op de radio werd gedraaid. En tot slot speelde Hendrix bluesrock, een combinatie van twee populaire stijlen uit zijn tijd. Tegenwoordig gaat het echter in populaire muziek voornamelijk over bass drops. Mijn idee was om - in navolging van Hendrix - twee stijlen te combineren en mijn Marshall stacks, riffs en maffe geluiden te combineren met EDM-artiesten als Bassnectar, Knife Party, Pretty Lights en Steve Aoki om een nieuw muziekgenre, een nieuw allooi, een sonische samenzwering te creëren en mezelf uit te dagen: als gitarist en als artiest.” 


Battle Sirens met Knife Party was de eerste single van 'The Atlas Underground'

Een van de uitdagingen was ongetwijfeld om al jullie druk bezette agenda's op elkaar aan te sluiten. Hoe heb je het aangepakt?
“Sommige van hen ken ik al een tijd: onder wie de leden van Wu-Tang Clan, Gary Clark Jr. en Marcus Mumford. De anderen zijn artiesten van wie ik fan ben en die ik simpelweg heb benaderd. Ik ben blij dat ze mijn telefoontje aannamen, haha! Sommige liedjes kwamen tot leven tijdens een jam. Gary Clark Jr. kwam bijvoorbeeld naar mijn studio om urenlang te jammen voor het nummer Where It’s At Ain’t What It Is. En ik schreef met Marcus Mumford het nummer Find Another Way via Skype, nadat hij zijn kind op bed had gelegd in Engeland en ik mijn kinderen had afgezet op school in Los Angeles. Voor andere nummers wilde ik eens een heel andere methode uitproberen. Daarvoor verzamelde ik dan enkele gitaarriffs, thema's en texturen. Die stuurde ik vervolgens bijvoorbeeld naar Knife Party. Ik gaf dan aan: ‘Probeer dit materiaal eens te gebruiken als bouwstenen voor een nummer, stuur je uitgewerkte idee vervolgens naar mij, dan probeer ik er weer een gitaartrack bovenop te leggen. Zo is het album gevarieerd en over een aantal jaren tot stand gekomen.”


Veritas Studios, Morello's homestudio

De muziek klinkt niet per se alsof die is gemaakt voor de podia. Maar je hebt weldegelijk al opgetreden.
“Zeker! Een van de leuke uitdagingen van dit album is om dit album naar een live-situatie te vertalen. Ik zal heus weleens met de nodige speciale gasten samenspelen, maar ik wist al snel dat ik niet al die drukbezette artiesten bij elke show aanwezig konden zijn. Daarom willen we de productie zo overtuigend en beklijvend mogelijk maken. Daarvoor werk ik samen met Sean Evans, de artistiek producer van Roger Waters’ The Wall-tournee. Ik hoop dat we samen op productioneel niveau net zoiets baanbrekends hebben bedacht als de muziek op dit album.”

Mogen we iets net zo groots als The Wall verwachten?
“Nou, wij werken met een iets ander budget, haha!”

Niet alle gitaarliefhebbers zullen heel happig reageren op de volop aanwezig elektronische invloeden op 'The Atlas Underground'. Waarom zouden zij dit album toch een kans moeten geven?
“Ten tijde van het debuut van Rage Against The Machine (1992) was het nog heel ongewoon om raps met gitaarriffs en -solo’s te combineren. Veel gitaarpuristen, bijvoorbeeld Metallica-fans of Steve Vai-luisteraars, vonden dat in eerste instantie niet kunnen. Ik heb me zelf echter nooit beperkt tot maar één stijl. Met Rage Against The Machine maakte ik raprock, met Audioslave Led Zeppelin-achtige rock en mijn soloproject The Nightwatchman is volledig akoestisch. Met 'The Atlas Underground' probeer ik weer iets anders uit. Veel gitaargeluiden op het album zou je gemakkelijk kunnen verwarren met synthesizergeluiden. De analoge en digitale elementen zijn heel erg met elkaar vermengd. Dat maakt deze plaat anders dan mensen ooit hebben gehoord. Het is geen typische gitaarplaat. Er staan wel een paar huge en bad ass gitaarriffs op, maar in een gloednieuwe context. De luisteraars die zich geïntimideerd voelen door sommige van de klanken van 'The Atlas Underground' zou ik willen zeggen: dit is mijn volgende stap als artiest en gitarist. Hopelijk kun je deze reis respecteren.”

Waar komt die innovatiedrang vandaan?
“Ik werd in mijn begindagen onder meer beïnvloed door Crystal Method en The Prodigy, en ik luisterde naar hoe zij texturen en grooves maakten, en dat probeerde ik via mijn gitaarspel na te bootsen. Daardoor ging ik als vanzelf buiten de gebaande paden spelen. Dat vind ik nou eenmaal het interessantst. Hendrix deed dat ook. Er is niets mis met bluesrock, maar binnen dat genre is nu alles wel een keer gedaan. Ik wil simpelweg dingen op de gitaar doen die nog door niemand zijn gedaan.”

Heb je concreet een nieuwe gitaartruc geleerd of een effect ontdekt dat je nog niet eerder hebt gebruikt tijdens het maken van 'The Atlas Underground'?
“Qua spullen ben ik heel traditioneel. Ik gebruik nog altijd dezelfde 50 watt Marshall 2205 versterker met JCM800 top en hetzelfde Peavey kabinet waar ik al sinds 1988 mee speel. Daarmee heb ik echt al mijn albums en shows gedaan. Hetzelfde geldt voor mijn effectpedalen. Ik heb een origineel Digitech Whammy wahpedaal, een delay, een phaser en een equalizer. Dat is het. Op het album hoor je echter wel wat nieuwe effecten, bijvoorbeeld in de solo - als je het zo wil noemen - van We Don’t Need You. Daar speel ik net weer even anders met mijn tuimelschakelaar waardoor er een soort vogelgefluit-meets-R2D2-geluid ontstaat. En in het nummer Vigilante Nocturno speel ik boven de topkam in combinatie met mijn whammypedaal. Slechts twee voorbeelden van nieuwigheden die op het album staan.”


We Don't Need You: met het 'vogelgefluit-meets-R2D2-geluid'

Zijn er nog overblijfselen voor een eventueel vervolgalbum?
“Er is een behoorlijke catalogus van liedjes die nog in de maak zijn, dus wees niet verrast als de opvolger van 'The Atlas Undergroud' al snel komt!”

Kunnen we je goede vriend Bruce Springsteen daarop verwachten als gastspeler?
“Haha! Nou, ik gebruik in ieder geval elke kans om met Bruce Springsteen te spelen!”

Hoe is het zo gekomen dat je regelmatig bij Springsteen (& the E-Street Band) op het podium staat?
“We kenden elkaar al een aantal jaar voordat we voor het eerst samenspeelden. Ik liep hem eens in de studio tegen het lijf toen hij het album ‘Magic’ aan het maken was met Brendan O’Brien. Toen stelde hij voor dat ik eens mee kon spelen met de E-Street Band. Omdat ik een enorme Springsteen-fan ben, bestudeerde ik meteen zijn tourschema. Daags voor zijn eerstvolgende show in Anaheim - wat op een uurtje afstand bij mij vandaan ligt - belde ik hem op en vroeg ik hem voorzichtig of hij nog wist van zijn voorstel. Dat wist hij nog en hij vroeg wat ik wilde spelen. We hadden met Rage Against The Machine The Ghost Of Tom Joad al eens gecoverd, dus die stelde ik voor. Bruce heeft een paar van mijn Nightwatchman-shows gezien en hij wilde dat ik het nummer ook meezong. Oké, cool... Ik heb me urenlang vastgebeten in een akoestische versie van The Ghost Of Tom Joad, maar toen ik bij de soundcheck kwam, bleek het om een elektrische versie te gaan, die ook nog eens in een veel hogere toonsoort stond dan het origineel! Ik zei dat het ver buiten mijn zangbereik lag. Bovendien moest ik alle akkoorden op zo’n korte termijn zien te transponeren. Ik raakte in paniek, want ze noemen Bruce natuurlijk niet voor niets The Boss! Ik kneep hem zeker even toen hij tijdens de soundcheck zijn hand op mijn schouder legde en zei: ‘We doen het in deze toonsoort en het wordt geweldig.’ Die avond dronk ik een halve fles Jameson whiskey voordat ik het podium op durfde te stappen. Uiteindelijk speelde een solo van 82 maten en Bruce en ik keken elkaar naderhand aan met een blik van: holy shit, wat is er net voor iets tofs gebeurd? De jaren erna hebben we meermaals met elkaar gespeeld.”


Morello en Bruce Springsteen spelen The Ghost Of Tom Joad

Heb je nu nog steeds een halve fles whiskey nodig om met meneer Springsteen mee te spelen?
“Alleen die ene keer, tegenwoordig voel ik me een stuk relaxter, haha! Maar ik was in een heel lange tijd niet zo nerveus geweest.”

Wat was je meest nerveuze optreden?
“Mijn allereerste optreden voor mensen, met mijn band The Electric Sheep! Dat was in de kelder van mijn moeders huis in Libertyville, Illinois. Zo nerveus als toen ben ik nooit meer geweest. Ik ben wel bij elke nieuwe uitdaging weer enigszins gespannen. Het grappige is dat je op den duur gewend raakt aan tienduizenden fans voor je neus. Met Prophets Of Rage hebben we binnen 2,5 jaar voor ruim 2,5 miljoen gespeeld, en daar ben ik geen seconde nerveus om geweest. Ik vind het nu alleen maar heerlijk. Waarschijnlijk word ik voorafgaand aan het eerste optreden met The Atlas Underground ook wel nerveus, want dat wordt een heel ander soort show. Dat vind ik ook wel belangrijk: dat je als artiest nog ergens nerveus van wordt, want dat betekent dat je buiten je comfort zone treedt. Met Audioslave speelden we dagelijks shows in arena’s, maar tussendoor - op vrije dagen - deed ik regelmatig een akoestische soloshow met The Nightwatchman in een koffietent. Ik was nerveuzer voor die koffietentoptredens dan voor de arenashows, want ik wist niet zeker hoe het zou uitpakken. Gelukkig ging het goed en voelde het goed.”


Prophets Of Rage: met naast Morello ook Rage Against The Machine/Audioslave-bandleden Tim Commerford (bas) en Brad Wilk (drums), plus Public Enemy-leden DJ Lord en Chuck, en B-Real van Cypress Hill


Morello's akoestische soloproject The Nightwatchman

Hoe heb jij jouw eigen speelstijl ontwikkeld?
"Ik ben opgegroeid met de muziek van onder andere Ace Frehley van Kiss, Randy Rhoads van Quiet Riot en Ozzy Osbourne, en Angus Young van AC/DC. Op een gegeven moment kwam ik op het punt dat ik niet meer tevreden was met het feit dat ik zo’n beetje als hun kon spelen. Toen ik de solo van Crazy Train kon spelen, was dat absoluut een ge-wel-dige dag! Maar ik wilde ook een persoonlijk statement maken. Daardoor kon ik niet als Randy Rhoads blijven spelen. Ik moest bij mezelf op zoek naar iets unieks.”

Hoe verliep die zoektocht?
“Voordat ik mijn eigen stijl vond, oefende ik minstens acht uur per dag op de gitaar. Ik ben pas op mijn zeventiende begonnen. Behoorlijk laat, dus ik had ook flink veel in te halen. Ik kende geen enkele gitarist die ik goed vond die zo laat was begonnen. Dus ik dacht dat het een verloren zaak was. De enige manier om het alsnog te laten slagen was met wilskracht. Ik heb er tienduizenden uren in gestoken: per dag besteedde ik twee uur aan techniek, twee uur aan theorie, twee uur aan songwriting en twee uur aan jammen. Elke dag opnieuw. Dat gaf me op den duur voldoende speelvaardigheid, maar ik kon nog niets wat men nog niet eerder had gehoord. Ik kon wel emotie in mijn spel leggen, maar ik bracht nog niets unieks. Ik klonk als een combinatie van al mijn favoriete gitaristen.”

Wat was je persoonlijke doorbraakmoment?
“Dat was op een dag dat ik aan het spelen was met de tuimelschakelaar op mijn gitaar. Het was daags na een van de eerste optredens met Rage Against The Machine. We speelden voor twee coverbands, met beide supershredders op gitaar. Het was eigenlijk een armzalige bedoening, ergens op een school in de vallei van San Fernando. Achteraf zei ik tegen mezelf: niemand heeft behoefte aan nog meer shredders. Ik besloot me niet meer toe te leggen op het oefenen van toonladders, maar op het uitvergroten van mijn excentrieke stijlelementen en ging liedjes maken met het vreemde dna in mijn spel. Ik experimenteerde met de tuimelschakelaar en ineens klonk ik niet meer als Randy Rhoads of die twee covergitaristen, ineens - pas op mijn 26e - klonk ik als Tom Morello.”

Tracklist 'The Atlas Underground'
01. Battle Sirens (feat. Knife Party)
02. Rabbit’s Revenge (feat. Bassnectar, Big Boi, Killer Mike)
03. Every Step That I Take (feat. Portugal. The Man, Whethan)
04. We Don’t Need You (feat. Vic Mensa)
05. Find Another Way (feat. Marcus Mumford)
06. How Long (feat. Steve Aoki, Rise Against’s Tim McIlrath)
07. Lucky One (feat. K. Flay)
08. One Nation (feat. Pretty Lights)
09. Vigilante Nocturno (feat. Carl Restivo)
10. Where It’s At Ain’t What It Is (feat. Gary Clark Jr., Nico Stadi)
11. Roadrunner (feat. Leikeli47)
12. Lead Poisoning (feat. GZA, RZA, Herobust)

Tom Morello's Facebook

zoeken
zoeken